356 zelfs schadelijk kan zijn, als de afstanden niet juist geschat kun nen worden, schrijft genoemd kapitein op blz. 135: Het einddoel toch moet wezendat het product van getalsterkte „en schietvaardigheid hij den vijand kleiner is dan bij onze troepen." Deze conclusie van den schrijver is zeer gewichtig, te meer, omdat bij een oorlog, dien wij eventueel te voeren hebben, naar onze meening slechts dan onze koloniën daarin betrokken zullen i worden, indien de tegenpartij over een sterkere oorlogsvloot kan beschikken, in welk geval het koloniale leger niet mag rekenen op ondersteuning uit het moederland. Het verloop van dien oorlog zal zijn, dat de tegenstander zal trachten onze vloot te vernietigen om daarna, indien het op zijn weg ligt Indië te veroveren, dit plan ten uitvoer te brengen. Is onze vloot buiten gevecht gesteld, dan is elke gemeenschap met het moederland afgesloten en hangt het heil onzer koloniën af van het leger, dat zich bij het uitbreken van den strijd in Indië bevindt. Volmaakt zijn wij het met den kapitein eens, dat in het rationeel beoefenen van het schatten van afstanden een wezenlijk middel gelegen is om het product van getalsterkte en schietvaardigheid op te voeren, als geen andere middelen gevonden kunnen worden, die ons niet alleen zekerder, maar ook spoediger dien waarborg kunnen schenken. Zijn die middelen wel te vinden, in dit geval door invoering van goed bruikbare afstandmeters, dan mag, naar onze meening, de flnancieele kwes tie eerst dan in aanmerking komen, als zij onze draagkracht te boven gaat. Wij mogen toch niet uit het oog verliezen, dat, hoe goed de opleiding ook moge wezen, de moreele factoren van den strijd even goed hunne nadeelige invloeden uitoefenen op den scherpschutter als op den scherpschutter. Deze invloeden zullen oorzaak zijn, dat de fouten in het schatten der afstanden in den strijd aanmerkelijk grooter zijn dan in vredestijd. Bij het gebruik van instrumenten zullen deze factoren zich natuurlijk ook doen gelden, doch naar onze meening in veel mindere mate, omdat het instrument als hoofdfactor niet onderhevig is aan de moreele invloeden van het gevecht. Mogen we dus in verband hiermee verwachten, dat een troep voorzien van afstandmeters beter de afstanden zal schatten dan een troep, waarbij deze ontbreken, dan is het naar onze meening met het oog op ons isolement

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 380