358
bruik van een vizier, waarbij het Gr. T. 70 M. vóór het doel
ligt 5,4 op 2000 M. zullen deze cijfers respectievelijk zijn
1,1 0 o en 0,6 De verhouding der trefkans op 700 M. en 2000 M.
99
bij een juist vizier is 9, en die bij een onjuist vizier 11
5,4
~Q"g~ 9, waaruit blijkt, dat bij doelen van 0,4 M. op de af
standen 2000 M. tot 700 M. die verhoudingen constant zijn.
Een zelfde berekening voor een doelhoogte van 1,60 M. op
700 M. geeft ons respectievelijk de volgende uitkomsten 37 °/0
en 14,2 °/0 en op 2000 M. 4,4 °/0 en 2,4 °/0. De verhoudingen
dezer trefkansen zijn 8,4 en 6. Wij zien hier-
1"ft
uit, dat door gebruik van een juist vizier bij doelen van 1,60 M. de
toename der trefkans 8,4 bedraagt, dus ongeveer gelijk aan die
bij doelen van 0,4 M.terwijl bij een onjuist vizier de toename
slechts 6 bedraagt.
Op dezelfde wijze kunnen we aantoonen, dat bij toename der
dieptespreiding dit nadeel gedeeltelijk geneutraliseerd wordt. Het
infie. vuur, dat een groote gevechtsspreiding heeft, zal dus hier
door niet geschaad worden. Maakt tnen echter gebruik vanma
chine-geweren, wier spreiding volgens schrijvers van naam aan
merkelijk kleiner is, dan zal het nadeel bij gebruik van een
onjuist vizier door den verdediger meer gevoeld worden dan
door den aanvaller.
Door mijne detacheering aan de schietschool was ik in de
gelegenheid met vele afstandmeters kennis te maken. De meeste
iechter beantwoordden niet aan de gestelde eischenzulks was
wel het geval met de afstandmeters van Zeiss en van Barr and
Stroud. De reden, waarom naar het oordeel van velen, deze
instrumenten echter nimmer voor het leger aangenomen zullen
worden, is te zoeken in hun hoogen prijs.
Men vond het zelfs te duur, om o. a. de afstandmeter Zeiss voor
de schietschool aan te schaffen, zoodat dit instrument na vluch
tige kennismaking weer naar den fabrikant is teruggezonden
geworden. Hoe weinig bemoedigend dit moge zijn, toch wil
den we trachten de noodzakelijkheid van eene beproeving dezer
nstrumenten te betoogen. Eene beschrijving van het instrument