De kap4. Jhr. Ram gaat zelfs zoover, dat hij in zijne meerge noemde voordracht voorstelt de sabel bij den subalternen officier af te schaffen en hem te bewapenen met het geweer, teneinde aldus van zijne schietvaardigheid gebruik te maken (zie blz. 208 van bedoelde voordracht). Dat genoemd kap4, zoo'n stouten sprong heeft durven doen, moeten we toeschrijven aan de omstandig heid, dat hij, bij de bestudeering van het vraagstuk over de vuur leiding, te maken heeft gehad met de Boeren, die een volmaakt vertrouwen stellen in hunne vuurwapens en daaruit weten te halenwat er te halen is, zonder eenige leiding van hoogerhand. Of wij met onze troepen ooit dezen ideaaltoestand zullen berei ken, betwijfelen we, in aanmerking genomen het intellectueel minder onderlegde inlandsche element, waaruit voor het grootste deel ons leger bestaat. Aannemende, dat eene verplaatsing der vuurleiders tot de onmogelijkheden behoort, dan zijn er nog genoeg zaken, waarop de, aan zijn plaats gekluisterde, vuurleider zijne aandacht moet en kan vestigen en waarin hij zijn invloed moet doen gelden, wil hij vermijden, dat het vuur op een ge geven oogenblik ontaardt in een verwilderd snelvuur zonder eenige uitwerking. Door zelf mee te schieten is hij niet in staat hier voldoende op te letten. Zijn de afstandmeters zóó geplaatst, dat iedere man in de- linie zelf den afstand kan lezen, waarop hij zijn vizier moet stel len, dan kunnen we verwachten, dat misstellingen tot de uit zonderingen zullen behooren, zoodat het toezicht daarop, het werk der groepscommandanten, kan vervallen. Verdeeld tus- schen de manschappen kunnen de groepscommandanten nu door hunne aanwijzingen en hun voorbeeld een machtigen invloed op hunne ondergeschikten uitoefenen, terwijl zij, zelf meeschie- tende, beter kunnen beoordeelen of van het vuur uitwerking te verwachten is, ja dan neen. Moeten we, na al het voorgaande, bepalen hoeveel instrumen ten er per bataljon noodig zijn, dan komen we tot het aantal 6, hetgeen we baseeren op het volgende: le. Dat voor elke meting minstens 2 instrumenten noodig zijn om fouten te voorkomen. 2e Dat de mogelijkheid niet is uitgesloten, dat de vier compieën- van één bataljon gelijktijdig eene stelling bezetten, zooals hier-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 389