366
voren is aangegeven, waardoor er voor elk der drie tusschen-
ruimten twee instrumenten beschikbaar zijn.
Blijkt het uit de practijk, dat we met minder kunnen volstaan,
dan achten we de invoering van vier instrumenten per bataljon
een minimum, in verband met de gevallen, waarin een compie zelf
standig moet ageeren. Dat die invoering van 4 of hoogstens
6 afstandmeters onze draagkracht te boven zou gaan, meenen
we te mogen betwijfelen, aangezien de groote financieele druk
zich alleen zal doen gevoelen bij de eerste aanschaffing.
De vraag is nu of het, bij aanschaffing van machine-geweren,
noodig is meer afstandmeters in te voeren dan het door ons
genoemde aantal van 6, vooral, omdat we, bij het beantwoorden
dezer vraag, rekening dienen te houden met de omstandigheid,
dat met dat geweer andere doelen onder vuur genomen moeten
worden dan de vijandelijke tirailleurlinie, b v. artillerie, geslo
ten infie. colonnes, ongedekte gesloten ondersteuningstroepen
enz., tot wier afstandsbepaling afzonderlijke metingen noodig
zijn.
We meenen op deze vraag een ontkennend antwoord te kun
nen geven. De ruimte toch tusschen de loopgraven is zoo groot,
dat de plaatsing van twee machine-geweren bij de afstandme
ters geen bezwaren aan de bezetting der loopgraven zal opleveren.
De onmiddellijke nabijheid der meetinstrumenten stelt de com
mandanten der machine-geweren in de gelegenheid den meters
op te dragen om de afstanden te bepalen van doelen, buiten
de vijandelijke tirailleurlinie gelegen. Wij gelooven niet, dat
deze opdrachten, die zich bovendien niet dikwijls zullen voor
doen, een belemmerenden invloed zullen uitoefenen op de hoofd
taak der afstandmeters, n.l. het meten der afstanden tot de
vijandelijke tirailleurlinie.
Niettegenstaande de voordeelen, door ons genoemd bij gebruik
making van afstandmeters, vreezen wij toch tegenstanders te
zullen aantreffen, die de onkosten, aan de invoering verbonden,
te bezwarend zullen vinden, hun meening grondende op de
omstandigheid, dat onze vechtwijze in hoofdzaak defensief zal
zijn, waarbij de verdediger, bij het in staat van verdediging
brengen zijner stelling, ruimschoots den tijd zal hebben om de
verschillende afstanden in het vóórterrein aan te geven. De