375 - 1° linie op twee gelederen, om partij te kunnen trekken, gedurende de halten van dekkingen, welke zich daarvoor eigenen, op n gelid (één pas per man). (met 60 cM. tus- schenruimte tus- schen de man schappen). (met grooteretus- schenruimten tus- schen de man schappen). Om, onder krach tig infanterie- vuur,deinhetter- rein aanwezige lineaire dekkin gen met vrucht te kunnen benut ten. I In bepaalde gevallen verdient de gesloten flankcolonne, met sectiën en met vieren aanbe- 1 veling (massavorm der compagnie). 2° flankcolonne met sectiën met vieren op geheelen afstand of meer. 1 -3° colonne met vierenOnder bepaalde omstandigheden kan de colonne met achten, waarbij de pelotons met vieren aaneengesloten marcheeren, de voorkeur verdienen. Wat betreft de afdeelingen sterker dan één compagnie, tot een integrale benutting van het terrein moeten ook de door deze aan te nemen formatiën de grootst mogelijke rekbaarheid bezitten, m.a.w. de compagnieën in het bataljon moeten kunnen worden opgesteld op één linie of in meerdere liniën, met afstan den en tusschenruimten alleen afhankelijk van de bezette aan het vuur onttrekkende terreinstrooken. Het bataljon kan derhalve opgesteld zijn in linie, in colonne ■en in dubbelcolonne. Bij de opstelling in linie staan de onderscheiden compagnieën in bepaalde formatiën naast elkaar. Voor het bataljon kunnen toepassing vinden: de linie op twee gelederen en die op één gelid (zie 1° bij de -compagnie); beide slechts bij hooge uitzondering voor het bataljon in zijn geheel, doch met het oog op de individualiteit der compag-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 399