378 De brigade, bestaande uit vier bataljons, elk bataljon met eigen individualiteit, kan uit den aard der zaak geene eigen naderings- vormen hebben. Hoe de bataljons ook marcheeren, hetzij dan in ééne linie, hetzij in colonne, hetzij geëchelonneerd, in het algemeen bepaalt de brigadecommandant alleen de terreinstrook, waarbinnen elk bataljon zich beweegt, terwijl hij bovendien een bataljon van richting aanwijst. Yoor het overige zal hij wel doen met zoo veel mogelijk aan de bataljonscommandanten en deze weder aan hunne compagniescommandanten te laten het initiatief in de keuze der vormen, welke moeten worden aangenomen, ten einde het terrein te kunnen benutten tot het verkrijgen van een maxi mum van dekking. II. Bewegingen. De bewegingen kunnen plaats hebben met behoud van den vorm, waarin men bij den aanvang der beweging verkeerde, dan wel met overgang tot een anderen vorm gepaard gaan. De bewegingen, welke gedurende de naderingsperiode in eiken vorm moeten kunnen worden uitgevoerd, zijn voor de compagnie, het marcheeren naar den vijand toe, het veranderen van directie, het halt houden en het liggen. Wat aangaat den marsch met vieren of met achten en dien in ontwikkelde linie, valt niets op te merken, wat niet reeds bekend is of niet reeds behandeld werd naar aanleiding van het gevecht: de beginselen, daar vooropgesteld, gelden ook hier. Die beginselen zijn ook van kracht voor de veranderingen van direc tie in ontwikkelde linie en voor het marcheeren, zoomede voor de directieveranderingen in de flankcolonne met sectiën op gehee- len afstand. Wordt aan de sectie in het compagniesverband de noodige zelfstandigheid toegekend, dan zullen bedoelde bewegingen, ook in echelonvorm, het vloeiendst en gemakkelijkst worden uitge voerd onder leiding van den sectiecommandant, terwijl op deze wijze ook de veranderingen van directie op de meest natuurlijke, de minst vermoeiende wijze, door opvolgende bewegingen kun nen geschieden. Bij de gesloten flankcolonne met sectiën, op zich zelf een uit-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 402