382
gaande laten de compagnies- en bataljonscommandanten even
vaak van vorm veranderen als dit noodig blijkt.
Op hetzelfde oogenblik kunnen de vormen, waarin de vijande
lijke stelling wordt genaderd, bij de compagnieën van hetzelfde
bataljon verschillend zijn, terwijl het eveneens mogelijk is, dat
in een bepaalden vorm wordt gemarcheerd, om in een geheel
anderen halt te houden.
4. Wanneer het onmogelijk is de vooruitrukkende afdeelingen
geheel aan 's vijands oog te onttrekken, dan tracht men, onder
aanbieding van een zoo klein mogelijk doel, met sprongen en
met den looppas van dekking tot dekking vooruit te komen.
De sprongen kunnen op open en vlak terrein niet veel grooter
zijn dan een 30 tal Meters om den verdediger niet de gelegen
heid te geven de vooruitsnellende afdeelingen onder vuur te
nemen. Voor het overige geschieden die sprongen met com
pagnieën, in flankcolonne met sectiën en geëchelonneerd, waar
bij de afstanden in breedte en diepte, tusschen de onderdeelen van
elk echelon, zoo groot mogelijk worden genomen.
5. In het algemeen zullen de compagnieën, tot op het oogenblik,
waarop zij in het werkdadig infanterievuur komen 1200 M.) zich
bewegen in open- of meer dan open flankcolonne met sectiën,
de vleugelcompagnieën geëchelonneerd: de echelonvorm toch ver-
■eischt slechts eene enkele beweging om gereed te zijn, zelfs de
meest onverwachte aanvallen van cavalerie op de flank af te slaan.
In het bataljon worden de op deze wijze marcheerende com
pagnieën, zooveel mogelijk verdeeld over de geheele breedte van
het aan het bataljon aangewezen front, waarbij zoo noodig op
twee liniën wordt gemarcheerd, met minstens 400 M. afstand.
Tusschen bataijons, welke naast elkander optreden zijn de
tusschenruimten minstens 100, de afstanden in de diepte min
stens 400 M.
Zoolang de troep niet vooruitrukt, is hij in de liggende hou-
■ding, c.q. elke andere, die een maximum van dekking waarborgt.
Tegenover de cavalerie behoeft aan de voorgestane vormen niets
te worden toegevoegd. Ruiterij, welke reeds van verre wordt
opgemerkt is voor de infanterie het minst gevaarlijke wapen
elke vorm is tegenover haar bruikbaar en goed.