389 dit geschied, dan hadden anderen nog gelegenheid gehad tot aebat- teeren over te gaan. Een andere vraag, die wij ons stellen, is deze: was het uur, waar op de vergadering gesloten werd nu werkelijk zóó ver gevorderd? Zou het nu een ernstig bezwaar zijn om van gezonde krachtige mannen, die zich i a 6 maal in 365 dagen opmaken om voor een ernstig wetenschappelijk doel hijeen te komen, te vergen, dat zij van 9 uur met een pauze tot bijv. 1 uur 's nachts bij elkander blijven. Wij gelooven het heusch niet, bovendien, wat belet hen, die eerder weg willen of moeten, om kalm, zonder anderen te hin deren, op te staan en naar huis te gaan! Tijd had ook gewonnen kunnen worden, indien de inleider zijne reeds bekend gemaakte stellingen niet meer had voorgelezen. Ook dit had het bestuur kunnen voorkomen. Een andere, grootere fout in de leiding door het bestuur, achten wij het verzoek van den voorzitter om bij het debat de stellingen van den inleider volgens een bepaald, door dien voorzitter aan gegeven, stelsel van groepen te bespreken. Was het bestuur er dan niet bekend mede, dat de heer Jentink van het onderwerp veel studie had gemaakt en dat hij daartoe een groot uitgewerkt stuk werk had gereed gemaakt, dat hij der vergadering zou voor dragen en waarbij hij natuurlijk geen rekening had kunnen hou den met een hem niet bekende groepen verdeeling van den voor zitter Mij dunkt, dit had het bestuur toch moeten wetenzeer vele leden wisten het geruimen tijd van te voren. Had het dan niet op den weg van het bestuur gelegen om tijdig kennis van dien arbeid te nemen ennu komen wij van zelf tot bespreking van het optreden der verschillende personen en wel in de eerste plaats tot dat van den Directeur der Militaire school had men dan niet eenigen invloed op dien arbeid kunnen uitoefenen. De heer Jentink leverde ons een stuk studie, waartoe hij zich als Directeur onzer zoo veel besproken, eenigste onderwijsinrich ting aan het werk gezet had, een stuk studie, gebaseerd op zijne ondervinding, op verzamelde gegevens en cijfers, een proeve van organisatie voor een Hoofdcursus in Nederl. Indië. Deze arbeid, men moge min of meer met den spreker van meening verschil len, heeft ongetwijfeld zijn waarde en het in druk verschijnen daarvan in het verslag der vereeniging moet met vreugde begroet

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 413