24
Te paard gezeten neemt de ruiter de trensteugels bij, zooals
in 142 is bepaald.
Het C° „trensteugels bij genomen" komt in verband hiermede
te vervallen.
144. Voor de zeer eenvoudige manipulatie van het verkor
ten of verlengen der stangteugels geeft deze een gansche ver
handeling.
Eenigszins is hieraan de schuld de onpractische inrichting van
de stangteugels. Door toch de uiteinden dier teugels met behulp
van een tusschen gevoegd leeren middenstuk aan elkander te
naaien en er dan nog een passant over heen te schuiven is het
van het uiteinde naar het mondstuk toe op maat maken, zeer
veel lastiger, dan wanneer dit harde uiteinde er niet aan was.
Men maakt dan de teugels op maat van mond tot hand en
om deze maat is het te doen.
151 bespreekt het trekken van de sabel, een handeling, waar
van het eindresultaat is, dat de sabel „gedragen" wordt, d.w.z.,
•dat de sabel met den rug der kling tegen de buiging van den rech
terschouder wordt geplaatst, het scherp een weinig buitenwaarts
gedraaid, den pink achter den greep, de rechterhand op het
bovenste der dij rustende.
Tegen dit „dragen" heb ik veel in te brengen.
De sabel wordt getrokken, wanneer men die noodig heeft, dat
is dus kort voor den aanval.
Aanbevelenswaardig is het dan ook, dat men dan de sabel
krijge in de houding voor het gevecht, d.i. niet,, draagt", maar
„gereed sabel", zooals aangegeven is in 154.
En daar men nu volgens het reglement de sabel eerst moet
brengen in de houding van „draagt", zijnde deze houding het
2de tempo van trekt uit sabel, zoo vind ik het trekken,
zooals het thans geschiedt, onpractisch.
Practisch daarentegen is het het trekken van de sabel zoodanig in
*te richten, dat deze als 26 tempo in de houding van „gereed" komt.
En nu over het trekken zelf. Om de sabel te trekken moet
-de greep met de volle rechterhand over de linker aangevat
worden, de kling één d.M. uit de scheede getrokken worden enz.
Daar in principe besloten is de sabel aan het paard te hangen,