409
„dat honderden, waaronder ook hooggeplaatsten, zich van inteeke-
„ning onthouden.
„Wij vragen, waarom?"
Uit het achtereenvolgens door eersten redacteur, tegenwoordige
redactie en uitgevers uitgesprokene, distilleer ik het volgende
Het Indisch Militair Tijdschrift weet, wat het wil, durft zeggen,
wat het meent, bezit karakter, doet zijn best voor het algemeen be
lang, is steeds zijn roeping getrouw gebleven en heeft reden van
bestaan
de medewerking is voldoende
waarom is de inteekening onvoldoende?
Waarschijnlijk zal men vragen, wat wel de reden mag zijn, dat
ik in September 1902 de eerste bladzijden van het Januarinummer
van 1900 van het I. M. T. ga oprakelendan antwoord ik daarop,
dat alleen een verklaarbare angst om te „schrijven" mij daarvan
tot nog toe weerhouden heeft.
Na lezing van het Septembernummer van dezen jaargang van
het I. M. T. kan ik echter niet meer aan de verzoeking weerstand
bieden en zal ik trachten de uitgevers van het Indisch Militair-
Tijdschrift te antwoorden op de door henzelven gestelde vraag,
waarom honderden van de officieren zich van inteekening ont
houden.
Alvorens daartoe over te gaan zij uitdrukkelijk verklaard, dat
evenmin als het bij genoemd jubilé op den weg der redactie gele
gen heeft de groote verdiensten van den eersten redacteur en van
velen zijner opvolgers in het licht te stellen, het thans evenmin in
mijne bedoeling ligt ook maar iets af te dingen op de groote ver
diensten der tegenwoordige redactie. Integendeel. Haar ernstig
streven blijkt o. a- uit de extra-bijlagen (die den geabonneerden op
het Indisch Militair Tijdschrift gratis worden toegezonden), die aan
haar initiatief te danken zijn. Deze hebben buiten eenigen twij
fel de waarde van het Tijdschrift verhoogd.
Mijne bedoeling is dus om, met dankbare erkenning van het
vele, wat reeds door de tegenwoordige redactie in het belang van