410
het Tijdschrift is gedaan, door het beantwoorden van bovenge
noemde, door de uitgevers gestelde vraag, eenige opmerkingen te
maken, die, naar ik hoop, er toe zullen bijdragen om het Indisch
Militair Tijdschrift in bloei te doen toenemen.
Vraag (van de uitgevers.)
Waarom zijn honderde officieren niet ingeteekend op het In
disch Militair Tijdschrift?
Antwoord.
Omdat het Indisch Militair Tijdschrift niet populair genoeg is,
(1); omdat het stukken opneemt van twijfelachtige waarde (2);
omdat het te zuinig is met kaarten, schetsen en dergelijke (3);
omdat het niet actueel is (4) en omdat het te duur is (5).
Toelichting.
1. Het Indisch Militair Tijdschrift is niet populair genoeg
m.a.w. het voldoet niet aan den eisch, dien men het m.i. mag
-stellen, n.l. dat de artikelen, die er in worden opgenomen, voor
het gros der officieren-lezers, begrijpelijk moeten zijn.
Om een voorbeeld te noemen kies ik het artikel„Beschou
wingen over het vuur met volle projectielen" door den kapitein
der artillerie J. U. van Loon. Dit artikel, voorkomende in de afle
veringen 8 van 1901 en 1 en 8 van 1902, bevat in 't geheel 127
pagina's. Ik beken openhartig, dat ik van die 127 bladzijden abso
luut niets begrijp en ik geloof niet, dat men mij van overdrijving
beschuldigen zal, wanneer ik beweer, dat minstens 85 pCt. der
officieren in Nederlandsch-Indië hetzelfde zou kunnen bekennen.
Zulke artikelen nu behooren volgens mijne opinie niet in het
Indisch Militair tijdschrift thuis.
Ik koos het artikel van den heer van Loon, omdat ik voor mijn
betoog geen mooier voorbeeld kon vinden. De beer van Loon
houde mij zulks ten goede en zij er van overtuigd, dat mijne be
doeling uitsluitend is, er op te wijzen, dat zijne studie hoe be
langrijk ze ook moge zijn te hoog staat voor de lezers van dit
tijdschrift.
2 Het Indisch Militair Tijdschrift neemt stukken op van twijfel
achtige waarde.
In de afleveringen 4, 5 en 6 van den loopenden jaargang komt