412 3. Het Indisch Militair Tijdschrift is te zuinig met kaarten schetsen en dergelijke. Ter verduidelijking van hetgeen ik bedoel, zal ik hier aanhalen: een opstel van den heer E. S. de Klerck, le Luitenant der Infan terie, n.l.„De oorlog in Zuid-Afrika". Dit opstel (over het belangrijke van den inhoud is hier natuur lijk geen sprake) voorkomende in 10 elkaar opvolgende afleverin gen van het Indisch Militair Tijdschrift (aflevering 7 van 1900 tot en met aflevering 4 van 1901) behandelt vrij uitgebreid (244 blad zijden) den Zuid-Afrikaanschen oorlog en, hoe ongelooflijk zulks ook moge klinken, het bevat geen enkele kaart of schets. Het kornt me onaannemelijk voor, dat de heer de Klerck dit op stel zóó heeft aangeboden, want zijn bedoeling zal toch wel ge weest zijn, dat het gelezen en bestudeerd werd, hetgeen zonder kaarten onmogelijk is. Ik verondertel dan ook, dat de uitgevers hebben opgezien tegen de meerdere kosten, die het toevoegen van kaarten noodwendig tengevolge zou hebben. Wat echter ook de reden geweest mag zijn, m.i. was het toevoegen van kaarten en schetsen aan dit artikel een onafwijsbare eisch. 4. Het Indisch Militair Tijdschrift is niet actueel. Hiermede bedoel ik, dat ik in het Indisch Militair Tijdschrift meestal niets aantref van datgene, wat me op militair gebied het meest interesseert. Dat lees ik in de Javabode (een ander waar schijnlijk in de Locomotief, enz.), die mij geregeld op de hoogte houdt van wat er op Atjeh, op Djambi, op Priok Tjaoeh, aan de Palosbaai, op Bali, enz. enz. gebeurt. Nu versta men mij wel; ik begrijp heel goed, dat het onmo gelijk is om in iedere aflevering van het Indisch Militair Tijd schrift brieven uit Atjeh, Djambi, enz. op te nemen, maar wel zou ik gaarne elke maand zien opgenomen een kort en zakelijk verslag van wat hier en daar door onze troepen is verricht. Hier toe zou een afzonderlijke rubriek evenals die „voor de prac- tijk" kunnen worden bestemd. Behalve die nieuw op te nemen rubriek zou ik in het tijd schrift gaarne meer plaats zien toegekend aan artikels in den geest van „De vermeestering van Koeta Blang Djeurat" door

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 440