417
Op dit oogenblik is zij bijvoorbeeld weder ernstig om stof
■verlegen.
Menigmaal riep de redactie, zoo schriftelijk als mondeling, de
hulp in van zich daarvoor bepaaldelijk aanwijzende personen, het
zij om zich van hunne medewerking in het algemeen te verze
keren, hetzij om de bewerking van bepaalde onderwerpen van hen
te vragen. Enkele malen bereikte de redactie hiermede een resul
taat, gewoonlijk klopte zij echter aan doovemansdeur. Speciaal
verdient hier het feit vermelding, dat hoofdofficieren (gepension-
neerde uitgezonderd) nagenoeg doorloopend hun medewerking
weigeren. Waar men in Europa meermalen hoofdofficieren op
veel hoogeren leeftijd hun krachten aan de militaire litteratuur
ziet wijden, is dit verschijnsel voor de redactie van het Ind. Mil.
Tijdschrift zeker verre van bemoedigend te noemen.
Ook de steun, dien het Tijdschrift van hoogerhand ondervindt,
laat nu en dan wel wat te wenschen overde hoogere militaire
autoriteiten zijn meermalen niet voldoende overtuigd van het nut,
dat een goed gesteund militair periodiek in het belang van het
officierskorps en van het leger kan stichten.
Niet populair genoeg.
De tegenwoordige redactie nam in het officierskorps twee stroo
mingen waar; de eene, die in het tijdschrift meer ruimte ver
leend wilde zien aan minder zware, degelijke kost en de andere,
die bepaald prijs stelt op het handhaven van een wetenschappe
lijk cachet.
Het is moeilijk „de contenter le diable et sa mère", maar toch
streeft de redactie er naar zooveel mogelijk aan de wenschen van
beide richtingen gehoor te geven. Tot tweemaal toe slaagde de
tegenwoordige redactie er in de krachten van een militair causeur
aan het tijdschrift te verbinden, maar beide malen waren er rede
nen om die causerieën te beëindigen. Niettegenstaande vele pogin
gen daartoe aangewend, mocht de redactie er nog niet in slagen
zich opnieuw van een medewerker voor die rubriek te voorzien
terwijl zich ook niemand daarvoor heeft aangeboden.
Toen de redactie kennis kreeg van de medewerking van Overste
Graafland aan de Mil. Gids, richtte zij onmiddellijk een schrijven
tot dien oud-hoofdofficier om hem te herinneren aan de gedane
belofte om na zijne pensionneering als vast medewerker op te