418 treden. Zooals de meeste lezers vermoedelijk met zeer veel ge noegen gezien zullen hebben, heeft dit schrijven een gunstig ge volg gehad. Voorts wijzen wij de lezers op de nieuwe, door de redactie in het leven geroepen, rubriek „Wenkenvoor depractijk"welke ru briek, om de gevoeligheid van enkelen te sparen, later veranderd werd in: „Voor de practijk." Om o.a. iets te doen ten bate van hen, die studeeren, werd de mutatielijst, na ter zake eerst het welnemen van het officiers- korps gevraagd te hebben, vervangen door een uitgebreid litte ratuuroverzicht. Op verzoek van zeer enkelen besloot de redactie bovendien opgaven omtrent de opneming onder de oudste helft en het oudste een vierde te blijven verstrekken. Wat nu eindelijk de artikelen van den kapitein van Loon be treft. Het is der redactie volkomen bekend, dat deze studie stukken niet in den smaak der abonné's vallen en zij gaat zelfs verder dan de kapitein Buijs en vermoedt, dat misschien 9-5 °/0 van het officierskorps deze niet kan volgen. Toch is zij na ern stig beraad besloten die artikelen te plaatsen en wenscht zij dat standpunt ook voor de toekomst te blijven innemen. Toen de tegenwoordige redacteur begin Februari 1898 de re dactie van zijn voorganger overnam, was in de le aflevering reeds een studiestuk „Spreiding van tref- en springpunten" van den heer van Loon opgenomen en het lag dus voor de hand, dat zonder ver der de zaak te overwegen in volgende afleveringen van dienzelf den jaargang met de plaatsing van dat artikel werd voortgegaan. Geruimen tijd daarna vroeg de heer van Loon plaatsruimte voor een nieuwe studie, die in afl. 8 van 1901 voor het eerst geplaatst werd. De tegenwoordige redacteur moest toen beslissen of hij het standpunt van zijn voorganger zou innemen of niet. Hij opende daarom een briefwisseling met den heer van Loon, waar van de inhoud ongeveer op het volgende neerkwam: a. Een belangrijke wetenschappelijke studie, als de onderwer- pelijke, zou, als de schrijver daarop bleef aandringengeplaatst worden, omdat aan een dergelijke studie geen publiciteit mocht worden onthouden en de wetenschappelijke waarde van hetl. M. T. er ook tegenover het buitenland door zou worden hoog gehouden: b. Het komt wenschelijker voor, in het belang van meer al-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 446