26
rechterhand de rechter trensteugel bijnemen en deze hand naast
en op 1 dM. afstand van de linker plaatsen het gevest in de
volle hand, de kling met het scherp naar voren in de richting
van het linkeroog, de punt der kling ter hoogte van dat oog.-
In de pelotons-en eskadronsschool te paard geschiedt het
trekken uitsluitend op signaal of op aanwijzing der officieren,
die hiertoe de sabel trekken en vertikaal boven het hoofd houden.
De besprekende „het opsteken der sabel" kan geheel ge
handhaafd blijven, mits men den laatsten regel, die de rechterhand
na het opsteken langs de zijde doet plaatsen, vervange door
„de rechterhand neemt den rechter trensteugel bij en wordt
naast de linker geplaatst.
155 reglementeert de houding tot den aanval, n.l. die van
„hoog sabel", en copieert daartoe de Nederlandsche.
De Nederlandsche bevat echter de fout, dit te onderscheiden-
in 1 tempo, 2 bewegingen, in plaats van 1 tempo.
Het verschil is aanzienlijk.
Wanneer men de manipulatie onderscheidt in 2 bewegingen,
zoo zal, als op bet aanvalsveld „zonder bewegingen" gewerkt
wordt, het den eskadronsct volgens het reglement niet mogelijk
zijn met hoog sabel op den vijand te komen, want de 2de bewe
ging geeft aan: „in de houding van gereed sabel terugkomen"
Natuurlijk had hiervoor het C°. gereed sabel moeten gebe
zigd worden, waardoor de duur van het „sabel hoog" houden,
door den Ct. kon worden geregeld.
Het Indische reglement neemt dit over van het Nederlandsche
en maakt tevens dezelfde fout in de volgende de houding tot
den aanval tegen de Infie. van „laag=sabel", en copieert ook uit
deze de verdere fout.
Het Nederlandsche voorschrift geeft toch voor de houding van
„laag=sabel" aan:
„de rechterarm natuurlijk langs het lijf laten afhangen, de vuist
ongeveer 2 dM. achter de dij, de nagels naar benedende punt der
kling voorwaarts en evenhoog als het gevest, het scherp naar omlaag.
Heeft men de nagels naar beneden, dan komt het scherp naar
rechts en niet naar omlaag.