4:26 merkingen, waarmede, voor zoover zulks mogelijk is en voor zoo ver ook de medewerkers deze ter harte willen nemen, rekening zal worden gehouden, moge als slotwoord nog het volgende dienen Vermeende de ondergeteekende het artikel van den heer Buys onder de oogen van het officierskorps te moeten brengen en achtte hij zich verplicht rekenschap te geven van de wijze, waarop hij te goeder trouw vermeent in het belang van het tijdschrift en zijn lezers gedurende bijna vijf jaren de redactie gevoerd te heb ben, de mogelijkheid is verre van uitgesloten, dat hij in zijn op vattingen dwaalt. Verdere polemiek daarover kan in het tijdschrift niet gevoeid worden. De uitgevers hebben echter recht te vernemen, hoe het officierskorps wenscht, dat het orgaan van het Indische leger ge redigeerd wordt. Dringend worden daarom zij, die verandering in den bestaanden toestand wenschen, uitgenoodigd zich na lezing van het boven staande rechtstreeks per brief tot de uitgevers te richten, tenein de dezen, na kennisneming van die wenschen, in de gelegenheid te stellen de redactie, zoo gewenscht, in andere handen te doen overgaan. C. F. H. Tückermann.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 454