453 De vuurleider heeft geen gelegenheid zich te bemoeien met het uitvallen der schutters, hiervoor zijn bij elke groep twee waarnemers noodig. Ben dezer geeft middels een vlag een teeken, telkens wanneer een doel in den tegenover hem liggenden post verdwijnt, de andere noemt het nummer van den schutter, die moet uitvallen, telkens wanneer hij dat teeken bij den nevenpost ziet geven. Om eene oefening op de tweelingposten geregeld te doen verloopen is «veneens onmisbaar een draagbare telefoon, waarvan de vuurleider zich bedient om de posten te waarschuwen, wanneer van doel veranderd moet worden. De spionspiegel, waarin de met den postcommandant afgesproken teekens van den vuurleider zouden zijn op te vangen, kan hier niet dienen, daar deze, bij elke verandering van standplaats der schutters, opnieuw gesteld moet worden. Het wisselen van signalen met het bedieningspersoneel ontneemt het ver rassende aan het plotseling opkomen en verdwijnen der doelen, is dus minder aan te bevelen. Opdat een ieder goed begrijpe welke taak hem is opgelegd, houde men als voorbereiding eene eenvoudige oefening: b.v. Twee groepen schutters van 30 man elk, doet men op 600 M. knielende vuren en wel iedere groep op een even groot aantal rompschijven (de af metingen van het doel komen dus overeen met de houding van de schutters). Het aantal verschoten patronen, in verband met den verbruikten tijd om het doel weg te schieten, geeft een maatstaf ter beoordeeling van de schietvaardigheid van beide groepen schutters. Wil men hoogere eischen stellen aan de schutters, dan vergroote men den afstand. Door het verkleinen van de doelen, met behoud van den afstand, is het nog de vraag of men aan de schutters een hoogeren eisch stelt, immers nu schieten zij in de voor hen zooveel makkelijkere houding. Men make van deze posten gebruik om den schutters te toonen, in welke gevallen meerdere vuuruitwerking is te verwachten, bv. door de vuursnel- heid bij de eene groep schutters op te voeren, terwijl men de schutters in de andere groep het vuur kalm laat afgeven, waarbij de een de trefpunten van zijn buurman waarneemt, om dezen de gelegenheid te geven zijn mik punt te corrigeeren. Of wel men laat b.v. groep B, na 100 M. in den looppas te hebben afgelegd, onmiddellijk en tegelijkertijd met groep A het vuur openen. Op dergelijke wijze kan men verschillende toestanden scheppen, over eenkomende met die, welke in werkelijkheid voorkomen. Al dadelijk zij toegegeven,.,dat dezelfde oefeningen, welke eene verge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 481