458 Ik houd mij vast overtuigd, dat de bevoegde autoriteiten het „erroneuze" der boven besproken bepaling inziende, zich wel baasten zullen zulk eene bepaling voor 't vervolg als van onwaarde te verklaren. Oud-officier. Batavia 7 October 1902. Wederinvoering van de Linnemannschop. De Zuid Afrikaansche oorlog heeft overtuigend doen zien, dat in den strijd ieder man behoefte heeft zich te dekken. De aanvaller zal in de toekomst wellicht gedwongen zijn kruipende voor waarts te rukken. Het vuur zal als regel in liggende houding worden afgegeven. Vraag: Is ons tegenwoordig pioniergereedschap wel bruikbaar? Behoort het niet door den man bij zich te worden gedragen, opdat hij het op het gewenschte oogenblik bij zich heeft?' Zou men daarom niet goed doen hem weder met de Linnemannschop uit te rusten, die, al is zij een minder volkomen werktuig, in elke houding en ook door inlanders gebezigd kan worden? (Bij Plewna groeven de Bussen zich in met hun etensblikjes). Men beantwoorde deze vraag voor het te laat is! Mineur. Geen sabel meer. De ondervinding, in den Boeren- oorlog opgedaan, brengt er velen toe om te overwegen de subalterne officieren met een vuurwapen uit te rusten. Zoo ver willen wij niet gaan, doch het verdient, meenen wij, aanbeveling hen van de lastige sabel te ontdoen. Onze onbereden officieren behooren te hebben Een lichte salon-sabel, tevens bij parades te dragen. Een marechaussee- sabel bij excursiën tegen den inlandschen vijand. Een rottanstokje lang 0.40 M. met glimmend metalen montuur aan de beide uiteinden, om aanwijzingen mede te doen bij exercitien en veld- oefeningen. Dit stokje, hetzij met een riempje of kettinkje aan den pols bevestigd, hetzij in een passant van de uniformbroek te steken, zou ook in den strijd tegenover een buitenlandschen aanrander gedragen kunnen worden. Tarchus. Geiten en schapen. Op onze excursies in Atjeh en andere gewesten ziet men herhaaldelijk, om de bezwaren, aan den transporttrein verbonden, zooveel mogelijk té

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 486