- 465
Artikel 1.
Het 1ste hoofdstuk der begrooting van uitgaven van Nederlandsch-Indië
yoor het dienstjaar 1903, betreffende de uitgaven in Nederlandwordt
vastgesteld als volgt:
Iste Afdeeling enz.
Vilde Afdeeling.
Departement van Oorlog.
Onderaf deeling 48. Officieren in buitengewonen dienst. f 139.002
Onder af deeling 49. Milit. verlofstraktementen 400.000
Onderaf deeling 50. Opleiding tot officier408.044
Onderaf deeling 51. Uit-en terugzending van militairen, de
kosten van werving en van verblijf in Nederland daaronder
begrepen, mitsgaders betalingen te hunnen behoeve na terug
keer in Nederland1.919.500
Onderaf deeling 52. Mililitaire veroordeelden v 2.000
Onder af deeling 53. Materieel4.241.000
Onder af deeling 54. Onvoorziene uitgaven50.000
f 7.159.546
HOOFDSTUK II. UITGAVEN IN NEDERLANDSCH-INDIË.
Ontwerp van Wet.
Wij WILHELMINA, bij de gratie Gods, Koningin der Nederlanden,
Prinses van Oranje-Nassau, enz, enz., enz.
Allen, die deze zullen zien of hooren lezen, saluut! doen te weten:
Alzoo Wij in overweging genomen hebben, dat volgens artikel 2 der
wet tot regeling van de wijze van beheer en verantwoording der geld
middelen van Nederlandsch-lndië (Staatsblad 1895 no. 145) de begrooting
van Nederlandsch-Indië jaarlijks bij afzonderlijke wet of wetten moet
worden vastgesteld;
Zoo is het, dat Wij, den Raad van State gehoord, en met gemeen
overleg der Staten-Generaal, hebben goedgevonden en verstaan, gelijk
Wij goedvinden en verstaan bij deze:
Artikel 1.
Het Ilde hoofdstuk der begrooting van uitgaven van Nederlandsch-
Indië voor het dienstjaar 1903, betreffende de uitgaven in Nederlandsch-
Indiè, wordt vastgesteld als volgt: