31 moet de eclaireur stilstaan." Dit is dus ook een geval, waarin te paard gevuurd wordt. Hut komt mij hier de plaats voor, te wijzen op het verkeerde van in een reglement sommige principes apodictisch te bepalen, daar, waar dagelijks op het gevechtsveld zich tal van bijzondere omstandigheden kunnen voordoen, die een principieele afwijking gewenscht of noodzakelijk maken. Wij zien toch, dat thans te Atjeh wel degelijk in nog andere ge vallen te paard gevuurd wordt. Bij het vervolgen van den vijand, wordt deze, om bet handgemeen met de klewang, waarbij wij steeds gewonden krijgen, te vermijden, van af het paard met de karabijn (uit de rechterhand) neergeschoten. De theoretici achter den schrijftafel mogen dit afkeuren, de resultaten zijn verrassend, en tal van cavaleristen bezitten hierin groote handigheid. Bij het bespreken van de pelotonsschool te paard zal ik nog gelegenheid vinden, terug te komen op het vei keerde van een voorschrijfwoede, die te minder reden van bestaan heeft, waar een volgend reglement juist het tegengestelde bepaalt. 219, waarin, om aan te duiden, dat de enkele man, die in de beide aangehaalde gevallen een schot gedaan heeft, niet meer behoeft te schieten, het C°. of signaal „ophouden met vuren" wordt aangetroffen, is uit den aard der zaak geheel overbodig. Een korte aanwijzing tot den ruiter zal wel genoeg zijn. 226 229 behandelen den renloop. Niettegenstaande 140 de wenschelijkheid aangaf „steeds met bijgenomen trensteugels te rijden, zelfs dan, wanneer met wapens wordt gereden", zien wij in 228 de zonderlinge bepa ling: „Bij het aanvankelijk beoefenen van den renloop wordende trensteugels bijgenomen" 231 234 behandelen het overwinnen van hindernissen, en geeft 233 aan: Wanneer de paarden afzonderlijk goed springen, worden ze geoefend om dit in afdeelingen te doen. Heel verstandig lijkt mij dit niet. Ik zou denken, dat vele paarden gewilliger springen in een afdeeling dan alleen, en zou daarom 233 willen wijzigen in:

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 49