476
der Vilde afdeeling van het Ilde hoofdstuk) van de uitgaven voor de mi
litaire gevangenis afgevoerd. Deze luitenant zal nu definitief uit de forma
tie kunnen wegvallendaarentegen behoort voor het administratief beheer
van de gevangenis, bij de begrooting te worden gerekend op een adjudant
onderofficier-kwartiermeester, die sedert 1896 tijdelijk boven de formatie der
militaire administratie werd gevoerd en thans daar het is gebleken dat
men dien administrateur niet kan ontberen definitief zal zijn op te nemen
onder het personeel van het dienstvak der militaire administratie, vermeld
in de onderafdeeling 97 van de begrooting. Die onderafdeeling is derhalve
verhoogd met het traktement van dien adjudant-onderofficier ad 1320's jaars
In de derde plaats is in de onderafdeelingen 95 en 110 gerekend op
eene voorgenomen reorganisatie van het personeel van den pharmaceuti-
schen dienst bij het leger.
Reeds in 1884 werd, in navolging van hetgeen bij het leger in
Nederland plaats vond, de Indische regeering gemachtigd om ter voor
ziening in de behoefte aan personeel in de militaire apotheken, ten
hoogste 30 militaire apothekersbedienden boven de formatie van het leger
te voeren [Kouinklijk besluit van 12 April 1884 No. 8, Indisch Staatsblad
No. 99], die een zeker aantal militaire apothekers der 2de klasse vervingen
en verdeeld werden in drie klassen, respectievelijk op een traktement van
f 200, 150 en 100 's maands, benevens huishuur en voedingsindem
niteit.
Deze maatregel heeft volkomen aan het doel beantwoord, weshalve de
zooeven genoemde categorie van militairen thans zonder bezwaar in de nor
male legerformatie kan worden bijgenomen.
Het plan bestaat nu om, in plaats van
2 hoofdofficieren, waarvan ten minste één luitenant-kolonel, de andere
majoor
41 subalterne officieren, waarvan ten minste 6 apothekers der 1ste klasse
[kapitein], de overigen apothekers der 2de klasse [1ste luitenant-], zooals
de tegenwoordige formatie aanwijst [§117 der legerformatie, Indisch Staats
blad 1894 No. 88], het korps militaire pharmaceuten te doen bestaan uit:
2 hoofdofficieren, als boven
22 subalterne officieren, waaronder ten minste 7 [één meer voor het
garnizoen te Tjimahi] apothekers der 1ste klasse [kapitein], de overigen
apothekers der 2de klasse [1ste luitenant];
6 onder-luitenants-apothekersbedienden en 20 apothekersbedienden der
lste, 2de of 3de klasse.
Leidt de vervanging van 19 officiersplaatsen in de normale legerformatie
door 26 plaatsen voor onderofficieren (apothekersbedienden) reeds tot be-
zuining, door vermindering van de uitgaven voor overtocht van en naar Ne
derland, voor overplaatsingen in Indië, voor verlofstraktementen en voor
pensioenen; bovendien zal voor traktementen en soldijen minder noodig zijn
f 9,600 per jaar, namelijk op onderafdeeling 110 minder f 12,000
op onderafdeeling' 95 meer2,400
Yoordeelig verschilf 9,600
niettegenstaande de beschikbaarstelling, voor 6 apothekersbedienden, van