479
daarenboven in 1904 dadelijk met den aanleg kunnen beginnen en dus
de arbeid op den oostkust onafgebroken voortzetten wat ook het meest
oeconomisch is dan moeten te voren niet alleen de projecten gereed
zijn maar dient in 1903 ook alles voorbereid te worden voor de uitzen
ding te juster tijd van de uit Europa benoodigde materialen en van het
rollend materieel.
Yoor al die voorbereidende werkzaamheden wordt op een bedrag van
f 8000 gerekend.
IDe ondergeteekende wenscht van deze gelegenheid gebruik te maken
om, naar aanleiding van hetgeen in de vergadering van de Tweede
Kamer van 27 November 1901 (blz. 226/227 der Handelingen) ten aan
zien van onderafdeeling 104, Geneeskundige dienst, van de uitgaven der
loopende begrooting is ter sprake gekomen, het volgende mede te deelen.
Ernstig is door den legercommandant overwogen of het noodig en mo
gelijk is de hoofdofficieren van den geneeskundigen dienst, door onthef
fing van administratieve en bureauwerkzaamheden, in de gelegenheid te
stellen om zich meer aan de eigenlijke'praktijk te wijden.
Die hoofdofficieren zijn óf chefs van groote hospitalen óf gewestelijke
chefs, zoowel over den militairen als over den civielen geneeskundigen
dienst in eene grcote afdeeling, en in beide gevallen moeten zij zich
noodwendig met allerlei administratieven en bureauarbeid bezig houden,
daaraan zelfs een groot deel van hun tijd wijden.
.,Het is overal zoo, en het is noodzakelijk", schrijft de legercomman
dant in een rapport van 14 Januari 1902.
Wilde men het in de mil. hospitalen anders regelen, dan zou dit
beteekenen een terugkeer tot vroegere vicieuse toestanden, toen vóór
1870 de directie der hospitalen, het toezicht op het verplegend perso
neel, de administratie daarvan enz. in handen waren van de destijds tot
het leger behoorende mil. ambtenaren.
De bureauwerkzaamheden zoowel van de hospitaalchefs als van de
hooger bedoelde gewestelijke chefs zijn in twee rubrieken te classificeeren
de eene omvat de zaken van medischen, pharmaceutischen en hygienischen
aard, waarbij zich allerlei quaesties voordoen, die de chefs persoonlijk
moeten onderzoeken en behandelen, de andere alles wat het personeel be
treft, waarbij het vooral aankomt op uitgebreide kennis van voorschriften,
algemeene orders enz., en het is dit deel van den bureaudienst, dat het
best kan worden toevertrouwd aan en nu reeds, waar het kan, behan
deld wordt door ter beschikking gesteld schrijverspersoneel. Of door
uitbreiding van zoodanig personeel nog eenige vermindering van de ad
ministratieve beslommeringen der hoofficieren van den geneeskundigen
dienst mogelijk zou zijn, wordt nader onderzocht; maar de legercomman
dant vestigde er toch uitdrukkelijk de aandacht op, dat die hoofdofficieren
onmogelijk in hun betrekking kunnen voldoen, zonder zich met administra
tieve en bureauwerkzaamheden in te laten, evenmin als de geneesheer-direc
teur van een krankzinnigen-gesticht dit vermag, de directeur van eene inrich
ting als 's lands plantentuin, die van het meteorologisch laboratorium, enz.
Uitdrukkelijk is intusschen door den legercommandant geconstateerd,
dat de meerbedoelde hoofdofficieren in beide betrekkingen toch ook voort
durend en dagelijks in aanraking komen met het medische gedeelte van
hun taak, de verpleging of waarneming van den zieken militair.