495 (50) De onderdeelen a en c zijn tot bestrijding van de gratieatiën aan de officieren, belast met bet geleide naar Nederland van de cadets, die in Nederlandsch-Indië tot de Koninklijke Militaire Academie en de cadettenschool worden toegelaten, respectievelijk f 400 en f 600 hooger geraamd dan het op het VlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting uitge trokken bedrag. (51) Het aandeel in de kosten van den Hoofdcursus wordt in over eenstemming met het YlIIste hoofdstuk der Staatsbegrooting geraamd op f 56 973. Bovendien wordt eene som van f 700 uitgetrokken wegens gratificatie van den officier-verlofganger, belast met de instructie gedurende den overtocht van de onderofficieren van het Nederderlandsch-Indisch- leger, die tot den Hoofdcursus zijn toegelaten, alsmede voor reiskosten in Nederland van dien officier en de onderofficieren. (52) In verband met de voorraden in de kledingmagazijnen is f 12000 minder noodig dan ten vorigen jare werd geraamd. (53) Aangezien de kolonel, commandant, wordt vervangen door een majoor en een tweede-luitenant-kwartiermeester door een eersten-luitenant kwartiermeester zijn de uitgaven voor traktementen f 1300 lager, doch die voor toelagen f 300 hooger geraamd. (54) Hieronder is eene som van f 3000 begrepen voor het vernieuwen van het dak en van den borstweringmuur van het kleedingmagazijn „het Klooster" (2e termijn), benevens f 5000 voor hoog noodige verbeteringen van de tot woning van den adjudant-onderofficier en tot wachtlokaal in gerichte gebouwen aan weerszijden van den ingang der kazerne Oranje- Nassau. (55) Er wordt gerekend op de uitzending van 1870 man, waarvan 250 man van de Koloniale Reserve. (56) Op grond van de uitkomsten der laatste jaren f 22000 hooger geraamd dan verleden jaar. (57) "Waarvan f 2906000 ter voorziening in de gewone behoeften, f 935000 voor snelvuurgeschut met toebehooren en munitie, en f400000 voor bovenbouw en rollend materieel ten behoeve van den stoomtramweg ten noordkust van Atjeh.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 523