HET AUSTRALISCHE PAARD.
Nu met de zending van den ritmeester Posno naar Australië
en de daarmede in verband staande aankoop van een 80-tal
paarden de remonteeringskwestie in ons leger een nieuw sta
dium is ingetreden, lijkt het mij niet geheel en al onbelangrijk
toe eenige mededeelingen uit de jongste oorlogen te verstrekken,
waarbij het Australische paard als soldatenpaard te velde ge
bruikt werd.
Uit het belangrijke verslag zijner zending naar Australië van
den toen maligen luitenant Happé (I.M.T.jrg. 1892) blijkt voldoen
de, dat het Australische paard alle eigenschappen van een deug
delijk soldatenpaard bezit, welke meening slechts door het onder
staande bevestigd kan worden.
Oppervlakkig gezien, moet het voorkomen of de Zuid-Afrikaan-
sche oorlog ons hieromtrent gewichtige inlichtingen kan ver
schaffen, daar de Engelschen van October'99 tot Juni 1901 reeds
150,000 paarden uit de 4 overige werelddeelen in Afrika impor
teorden en men in de Engelsche eskadrons het Argentijnsche
paard naast den Nieuw-Zeelandschen hunter, het Perzische
paard naast den Hongaar aantreft. Maar de verschrikkelijke
in Afrika inheemsche ziekten (de paardenziekte en de malaria),
waartegen op den duur slechts het z.g. „gezouten" boerenpaard
bestand is, maken van Z. Afrika een reusachtig paardengraf;
en hoewel ook de Australische contingenten op eigen paarden
uitkwamen, treft men nergens behoorlijke gegevens aan, waarop
een eenigszins juist oordeel omtrent het Australische soldaten
paard te velde zou kunnen worden gegrond.
Behalve de hierboven genoemde gevreesde ziekten, werken
slecht en weinig voedsel benevens zeer zware belasting (gemid
deld 127 K.G.) nog mede, om het Engelsche soldatenpaard in
Z. Afrika spoedig van zijn te zware taak te verlossen. Uit
dergelijke, toch ook voor een oorlog abnormale, toestanden la
ten zich moeilijk juiste conclusies trekken.