41 al spoedig, toen bleek, dat deze betrekkelijk hooge prijzen ruim schoots vergoed werden door hetgeen de paarden presteerden. Het Duitsche oordeel over het Australische paard, op de prac- tijd gegrond, is als volgt Het Australische paard is over 't algemeen goed gebouwd, taai, met ruime, vrije gangen en goede beenen en hoeven. Het is niet kieskeurig in zijn voedsel en eet, wat het krijgt, haver, gerst, tarwe of hakselin het drinken is het zeer matig en kan zich, als 't moet, met weinig tevreden stellen. Het is zéér mak, doorgaan is niet voorgekomen en zóó dicht kon men ze in het bivak of in schuren niet bij elkaar zetten of van vechten of «laan was geen sprake. In het vuur stonden zij rotsvast, ter wijl ook in het handgemeen het paard steeds volkomen in de macht van den ruiter bleef. Het waren, zoo luidde het slotoordeel, in alle opzichten voor treffelijke soldatenpaarden. Dit oordeel is des te opvallender, daar de paarden uit de groote Australische stoeterijen voor de hand weg onafgericht waren aangekocht en bij aankomst in China na tuurlijk onmiddellijk voor alle diensten werden gebruikt. Noch de zeer goede paarden der Chasseurs d' Afrique, noch die van de Bengaalsche lansiers (Perzen of daaruit gecroiseerd) kon den halen bij de Australische paarden. Vooral de Engelsche cavalerie bleef met hare paarden verre ten achter. Ten slotte volgen hier enkele opgaven van afstandsritten door Duitsche cavalerie op Australische paarden, opdat men zich een denkbeeld zal kunnen vormen van wat de Duitschers terecht „groszartige Leistungen" noemden. Daarbij moet men dan niet uit het oog verliezen, dat die tochten geschiedden op vrijwel on- afgerichte paarden langs ongebaande wegen en door zeer zwaar bergterrein, waarbij men nu eens groote hitte, dan weer 'zeer hevige koude te verduren had. (Soms was de temperatuur over dag 15° C., om dan 's nachts tot 12° C te dalen). Om niet te spreken van rivieren, welke zwemmende moesten worden over getrokken en van zandstormen, welke de ruiters overvielen en hen soms het spoor bijster deden worden. De luitenant Kirsten legde met eene afdeeling van 20 man ep verschillende tijdstippen de volgende afstanden af. 1°. 260 K. M. in 3 dag door zwaar bergterrein. Bij thuiskomst

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 59