571 voor de Indische infanterieMen is er in geslaagd, doch het is er naar Wat moeten wij in 's hemelsnaam tegenover moderne infanterie en artillerie doen met gesloten groepen, in frontformatie; wan neer zal men de dwaasheid vertoonen eene uit de flank marcheeren- de, dus een smal en weinig kwetsbaar doel biedende sectie te gaan- oplossen in twee zeer kwetsbare helftenwanneer zal ooit, door het terrein heen eene sectie in frontformatie op twee gelederen tegen den vijand oprukken en blijven oprukken tot op het oogen- blik, waarop verspreid wordt? Ware het nog, dat die sectie, die groepen op twee gelederen, in front marcheeren, om te kunnen- vuren, men zou, zij het hoofdschuddend, er vrede mede kunnen hebben. Immers, de maximum vuurkracht wordt ontwikkeld door den troep op te stellen op één gelid met normale tusschenruim- tendezen zonder noodzaak plaatsen op twee of meer gelederen om te vuren, beteekent hem hinderen, beteekent de uitwerking van het eigen vuur verminderen en noodeloos de kwetsbaarheid vermeerderen. Doch niets hiervan: het geheel schijnt overgenomen uit een vorig reglement en miste, zelfs voor dat reglement en voor den tijd, waarin het ontstond, allen zin. Weg dus met dit allesde sectie marcheert met vieren, tweeën of eenen uit de flank en uit die flankformatie, uit dien naderings- vorm, moet zij ten spoedigste, derhalve met de minst mogelijke verliezen, kunnen aannemen den gevechtsvorm, den vorm, waarin 's vijands vuur kan worden beantwoord, d.i. de linie op één gelid,, al dan niet met tusschenruimten tusschen de groepen en man schappen. Wat nu gemakkelijker dan te commandeeren „verspreiden", dan wel „voorwaarts verspreiden", of nog liever om voor goed een ein de te maken aan de onnatuurlijke en geheel verkeerde gedachte „er wordt verspreid, we gaan dus iets heel anders doen dan we tot nu toe gedaan hebben, uit den pas marcheeren, het geweer dragen in de rechter- of linkerhand (zie de punten 168 en 169)" „rechts- en links opmarcheeren" of „met groepen rechts en links opmar- cheeren" (normale tusschenruimten, op één pas of drie pas). (1) 1) Tot eene grootere tussehenruimte dan drie pas zou ik in het algemeen niet willen gaan, om den sectiecommandant voldoende overzicht over zijne sectie te doen behouden.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 601