578 Veranderingen van formatie in linieovergangen van de onder scheidene formatiën in linie tot eene der andere en omgekeerd, zoowel stilstaande, als marcheerende. Artikel 2. Formatiën en bewegingen uit de flank. Omschrijving der verschillende bewegingen uit de flank, met vieren, tweeën en éénen. Op welke wijze de flankformatie wordt aangenomen. Bewegingen der flankformatiën nl. marschen en veranderingen van directie, met vieren, tweeën of met éénen gedurende den marsch, rechtsomkeert maken in den marschhalt houden in eene der drie houdingenopnieuw aanmarcheeren en halt houdenbet veranderen van directie op commando of teekens. Artikel 3. Overgangen van de flank-tot de frontformatie en omgekeerd. Uit de flankformatie overgaan tot de frontformatie op twee gelederen in eene richting loodrecht op de oorspronkelijke en om gekeerd, doormarcheerende of halt houdende. Overgaan uit de flankformatie tot eene willekeurige frontfor matie met dezelfde strekking, stilstaande en marcheerende (rechts en links op twee gelederen, op één gelid, met groepen op één gelid, met groepen op één gelid en één pas tusschenruimte tusschen de manschappen, met groepen op één gelid en drie pas tusschen ruimte tusschen de manschappen). Hoofdstuk II. Gevecht. Artikel 1. Vuren. Uitvoering der vuren in de onderscheidene linieformatiën. Lang zaam vuren; langzaam vuren met opheffing der vuurpauzes. Vuur ommiddellijk voorafgaande aan, of volgende op een voorwaartsche beweging of ontwikkeling. Artikel 2. Nadering en gevecht. Nadering: het gedekt vooruitrukken in willekeurige terreinen; de marsch met groepen c. q. met enkele manschappen met kleine, vlugge sprongen van dekking tot dekking; het kruipend vooruit" rukken man voor man, van liggende houding tot liggende hou ding en van dekking tot dekking; het doortrekken van zeer be dekte terreinstrooken. Leiding van het gevecht: inleiding, taak en opleiding der ge-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 608