597 over twee dienstrijpaarden, dat verder tal van andere officieren, als doctoren, paardenartsen, intendanten en kwartiermeesters een -dienstr ij paard in hun bezit moeten hebben, en rekening houden de met de bedroevende werkelijkheid, dat van de eerste categorie officieren, buiten de collega's van de cavalerie, niemand van den hoogste tot den laagste een enkele misschien uitgezonderd thans twee rijpaarden voor dienstgebruik op stal heeft, en dat van laatstbedoelde categorie de meesten in het geheel geen rij paard bezitten, dan is het duidelijk, dat het aantal benoodigde, voor dadelijk gebruik geschikte, rijpaarden lang niet gering zal zijn. We wezen er reeds op, dat slechts zeer weinig van die paarden zullen kunnen worden aangekocht of gerequireerdde meeste zullen nog in dressuur genomen moeten worden om zoo snel mogelijk kriegsfahig gemaakt te worden.Uit den aard der zaak zullen de eischen, aan die sneldressuur te stellen, niet hoog zijn, dit hangt af van de directe behoefte aan rijpaarden in den regel zal men zich tevreden stellen met het op adem brengen, het gewennen aan de wapens en aan het vuur en het overwinnen van de meest voorkomende terreinhindernissen.—Houden we nu voor oogen, dat er zich onder de officieren, die in gewone om standigheden niet bereden behoeven te zijn (intendanten, kwar tiermeesters, doctoren), verscheidenen zullen bevinden, die weinig- of niet aan de edele rijkunst gedaan hebben, dat velen het paardrij den niet onderhouden hebben en dat niettemin allen moeten kun nen beschikken over paarden, waarop zij geheel kunnen vertrou wen, dan zal moeten worden toegegeven, dat onze hierboven uit gesproken twijfel, of ieder officier, die een of meer paarden noodig heeft, onder de nieuwe remonten wel een paard van zijne gading zal vinden, alle reden van bestaan heeft. „En de afgerichte troe penpaarden dan!" hooren we menigeen uitroepen. Hieronder zal blijken, dat we dit kostbare materiaal zooveel mogelijk on aangetast willen laten, ten einde de eskadrons en de batterijen niet uit hun verband te rukken. Op welke wijze dan naar onze meening in de behoefte aan paar den zal moeten worden voorzien, willen we hieronder aange ven. Het geldt hier een zaak van zeer veel belang, die alleszins onze volle aandacht verdient, doch waaraan, naar we vreezen, niet genoeg aandacht geschonken wordt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 627