598
In de tabellen A tot en met N, behoorende bij de A. O. No. 54
van 1901, is de oorlogsorganisatie van de verschillende tot het
leger te velde behoorende staven, korpsen enz. aangegeven. Uit die
tabellen blijkt welke officieren in oorlogstijd bereden moeten zijn
en over hoeveel dienstrijpaarden zij moeten kunnen beschikken.
Bij de samenstelling daarvan is natuurlijk uitsluitend rekening
gehouden met de eischen der noodzakelijkheid en daarom is het
voor een goeden gang van zaken van het hoogste belang, dat alle
bereden officieren, ingeval van mobielverklaring van het leger,
ook werkelijk in het bezit van het vereischte aantal rijpaarden
zijn. Het is echter niet voldoende, dat zij een of twee rijpaarden
bezitten, doch die paarden moeten in handen van hunne eigenaren
ook goed bruikbaar zijn. Het moge waar zijn, dat onze doctoren,
intendanten en kwartiermeesters geen vlotte terreinruiters behoe
ven te zijn, zooals we dat van onze kameraden der bereden wa
pens verwachten, een feit is het, dat ook hunne diensten te vel
de hen vaak in terreinen en omstandigheden zulien kunnen bren
gen, waarin zij geheel meester over hun paard moeten zijn, wil
len zij er nut van hebben.
In de Octoberaflevering van ons Tijdschrift komt van de hand
der Redactie eene beschouwing voor over „De geneeskundige
dienst te velde. Een applicatorische studie door A. A. J. Quanjer.
Dir. off. v. gez. 2de kl. en R. Dufour, kap', der infie.", uitgegeven
als aflevering der „Verslagen, rapporten en memoriën" door het
Nederlandsche Ministerie van Oorlog. In deze belangwekkende
studie wanneer zullen wij van de hand van daartoe bevoegde
Indische officieren eene dergelijke, goed uitgewerkte studie, be
trekking hebbende op onze legerorganisatie, terreinen en hulp
middelen, zien verschijnen? wordt ons op duidelijke wijze aan
getoond van hoeveel nut, ja hoe noodzakelijk het is, dat de offi
cieren van gezondheid bereden zijn, om hen zoo mobiel mogelijk
te maken. En die noodzakelijkheid bestaat evenzeer voor inten
danten en kwartiermeesters. Ook zij zullen dikwijls groote af
standen moeten afleggen tot het treffen van maatregelen in het
belang van eene goede verpleging en ook voor hen zal het daarom
van zeer groot belang zijn, indien ze zich snel kunnen verplaat
sen. Geldt het vorenstaande voor de officieren van gezondheid,
de intendanten en de kwartiermeesters van ieder leger in het al-