600 zou het groote voordeel verkregen worden, dat in geval van nood een aanzienlijk aantal rijpaarden minder benoodigd zou zijn dan thans het geval is en zou hierdoor althans ten deele tege moet gekomen zijn aan de hiervoren aangegeven bezwaren, die zich in oorlogstijd bij de voorziening in de behoefte aan rijpaarden zullen voordoen. Er kan echter naar onze meening nog meer gedaan worden om die bezwaren tot een minimum terug te brengen en elke maatregel in die richting genomen moet als een uitvloeisel van wijs beleid worden aangemerkt, daar hij er toe zal bijdragen om de werkzaamheden te verlichten en dus het gevaar voor ver warring te verminderen in tijden, waarin in enkele dagen veel, ontzettend veel, tot stand moet komen. Buiten de officieren der bereden wapens en van den Generalen Staf, die zich, naar we mogen aannemen, hetzij door aankoop uit de hand, hetzij door ontvangst uit den troep, tijdig van een goed dienstrijpaard zullen weten te voorzien, zijn er nog tal van opper-, hoofd- en subalterne officieren, die in geval van mo bilisatie een 2e paard moeten hebben en voor wie het uit den aard der zaak niet zoo noodzakelijk is, dat zij over vlotte, krach tig gebouwde terreinpaarden beschikken, als dit voor eerstge- noemden wel het geval is. Voor hen is het dan ook geenszins noodig, dat zij, voor het geval zij er niet in zijn kunnen sla gen een geschikt paard uit de hand aan te koopen, de vrije keuze hebben uit de verschillende eskadrons en batterijen, waar door de beste exemplaren verloren zouden gaan. Zulks is niet alleen niet noodig, doch zelfs in hooge mate af te raden. Goede, sterke rijpaarden zijn tegenwoordig bij onze bereden troepen zeer schaars moge de toekomst te dien opzichte gunstiger zijn! en nu gaat het niet aan om die weinige goede exemplaren weg te laten halen, juist wanneer onze cavalerie en artillerie zoo zeer behoefte zullen hebben aan deugdzaam paar denmateriaal. De marsch- en slagvaardigheid dier wapens zouden zeer lijden, wan neer kort voor het te velde trekken een deel van het kader en van de manschappen hunne goede paarden tegen andere, hoogst waarschijnlijk minderwaardige en minder getrainde paarden moes ten verwisselen. Wij zouden het met recht een ramp noemen, wanneer bedoelde officieren hunne keuze zouden kunnen doen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 630