606 -
het leger geoefend worden naar de bovengenoemde beginselen.
Hoogstwaarschijnlijk zal men hiertegen aanvoeren, dat er niet
de minste kans bestond, dat Engelsche troepen ooit geroepen zou
den worden om op te treden tegen een tegenstander, geoefend
naar Europeesche begrippen en dat onze traditioneele moed en
lichaamskracht, zelfs met een minimum oefening,ruimschoots vol
doende zouden blijken om met succes den strijd te voeren tegen
inlandsche volksstammen.
Dat deze meening echter ambtshalve niet gedeeld werd, is af te
leiden uit het feit, dat de regeering jaarlijks groote sommen voor
manoeuvres toestond, welk geld weggeworpen geweest zou zijn,
indien wij nooit tegenover Europeesche troepen in het vuur had
den kunnen komen. Doch een feit is het, dat die manoeuvres
onveranderlijk op een zoodanige wijze werden geleid, dat men ze
als volkomen nutteloos kan beschouwen.
Aanvoerders, die slechts ondervinding opdeden in den oorlog-
tegen inlandsche stammen, en die zich niet de moeite getroostten
te trachten de vraagstukken van den modernen oorlog te door
gronden, zijn ongeschikt om de oefening van troepen te leiden.
Zoo besluit generaal Buller een zijner berichten van het oor
logsterrein met de woorden: „ik vermeen, dat onze officieren gaan
deweg het nut van verkennen zullen gaan inzien."
Wie anders is hiervoor aansprakelijk dan de generaal zelf, die
jaren lang had toe te zien, dat onze officieren naar juiste begin
selen geoefend werden Meende hij, dat op het gevechtsvëld nog
begonnen kon worden onzen officieren de allereerste beginselen
van hun taak te leeren Zoo ja, dan is hij op harde wijze uit
den droom geholpen.
Een feit is het, dat onze officieren en soldaten gedurende vele
jaren op een absent-minded wijze geoefend werden, en dat men
daarvan eerst overtuigd was, toen de houding van onze aanvoer
ders op het oorlogsterrein de natie wakker schrikte.
Zoo trachtte men wel is waar bij gevechtsoefeningen de be
langstelling op te wekken door nabootsing van oorlogstoestan
den, doch werd daarbij afgeweken van de eenmaal aangeno
men gebruiken, en trachtte men zelf te denken en zelfstandig
te handelen, dan volgde eene terechtwijzing, zoodat velen al spoe
dig tot de ontdekking kwamen, dat zelfstandigheid niet gaarne