611 van de officiëele rapporten, verzonden van het gevéchtsveld, om dat hij in deze documenten de aanwijzingen meent te vinden voor de verkeerde wijze, waarop de Engelsche aanvoerders werden op geleid en waaruit de oorzaak van de nederlagen duidelijk is na te sporen. Eerst behandelt hij dan het rapport van generaal White be treffende het bezetten en verlaten van ilencoe en Dundee en gaat dan over tot de beschouwing van het rapport omtrent het gevecht bij Willow-Grange in den nacht van den 22en No vember. Een kleine macht onder generaal Hildyard moest zich meester maken van eenige kanonnen der Boeren, opgesteld op een vrij hoog kopje, vanwaar zij onze troepen den opmarsch konden be moeilijken, zegt de schrijver, en vervolgt: nu is een nachtelijke aanval of een nachtmarsch, eindigende in een aanval bij 't aan breken van den dag, een der meest gewaagde ondernemingen van den oorlog. Succes is alleen dan te verwachten, wanneer het terrein te voren nauwkeurig verkend is, zoowel bij dag als bij nacht, terwijl degene, die verkende, de colonne dient te geleiden. Wil een nachtelijke aanval slagen, dan moet deze tevens eene verrassing zijn. Wanneer de vijand het minste vermoeden krijgt van hetgeen gebeuren zal, is er al zeer weinig kans op een goeden uitslag en zeer veel op groote verliezen. Het was in ons nadeel, dat nachtelijke aanvallen min of meer gesanctionneerd waren door het welslagen van den nachtmarsch vóór den slag bij Tel-el-Kebir. Bij die gelegenheid werd een sterke Engelsche troepenmacht over een geheel open terrein gevoerd bij een helderen sterren hemel, in de onmiddellijke nabijheid van een vijand, die buiten gewoon weinig zorg voor zijn beveiliging droeg. Hoewel de aanval slaagde, had het weinig gescheeld of het te gendeel was het geval geweest, daar de middenbrigade den pas vertraagd had en de flankbrigades, naar elkaar toezwenken- de, in de duisternis niet zagen welke richting zij volgden, en daardoor bijna op elkaar gevuurd hadden. Nu zou men natuurlijk denken, dat, waar een aanval, uitgevoerd onder de meest gunstige omstandigheden, nog bijna geheel schip-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 641