687 „groote deel door de 6e en 8e compagnie werd verschoten. Het „IIe Bataljon geeft echter ook geen aanwijzingen over de wijze, „waarop de munitieaanvulling geschiedde. Als voorbeeld kan „daarom nog worden medegedeeld, dat de 12e compagnie gedu rende het gevecht een munitieaanvulling kreeg van 3000stuks. „Daar de sterkte der compagnie globaal 180 man bedroeg, kreeg „dus ieder eene aanvulling van 17 patronen. Hij kon dus met „de munitie in de patroontasch 97 patronen verschieten. Daar „de man bij den terugkeer in het kwartier nog gemiddeld 5 pa tronen had, had hij er dus 92 verschoten. Hieruit volgt weer, „dat hij in het gevecht, hetwelk negen uur duurde, per uur „iets meer dan 10 patronen verschoot." Hier kwam het niet tot uitputting van den munitievoorraad, zooals b.v. bij enkele compagnieën van het 56° Infanterie-Regi- ment bij Romainville op den 27™ November 1870. Aan den anderen kant echter gelukte het aan de 38e Infante rie-Brigade om het kerkhof te Beaune op den 28en November 1870 alleen met de munitie in de patroontasch te verdedigen, omdat men alle patronen, die slechts eenigszins gemist konden worden, naar de meest bedreigde punten zond gedurende de gevechtspauzen en omdat de nacht vroeg inviel. Overigens werden ook in deze stelling den volgenden morgen een groot aantal weggeworpen pakjes patronen gevonden. Om aan den aanval van de 38e Brigade op den 16™ Augus tus het hoofd te kunnen bieden, onderhield de Fransche divisie G-renier zulk een hevig vuur, dat vele manschappen tot zelfs 150 patronen in nauwelijks 50 minuten verschoten. Bij Cham- pigny had ieder Fransch infanterist 100 patronen in de tasch; toch ontstond tegen den avond bij alle in het gevecht gebrachte bataljons munitiegebrek. De Duitschers kwamen in het zelfde geval, toen zij bij het afleggen der ransels verzuimden de patro nen er uit te halen (12e Jager Bataljon bij Sedan), of toen men de bataljons-munitiekarren nog gevuld terugzond (38e Brigade bij Beaune; 20e Infanterie-Regiment aan de St. Valerién). Het in het algemeen in verhouding geringe munitieverbruik van de Duitsche infanterie is gemakkelijk te verklaren: vuurdis- cipline, laat openen van het vuur en ondersteuning door de artil lerie waren de hoofdfactoren. De munitieaanvulling geschiedde

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 667