643
uitingen van geestdrift, bij een groot deel van jong Nederland na de
Lombok- catastrophe waargenomen, daar had hij dit bepaaldelijk als een
lichtpunt moeten beschouwen slechts de geschiedboeken van het leger
kunnen op dergelijke lichtpunten wijzen. Lezer, denk U eens in de el
lende, die thans in Midden-Java geleden wordt en vraag U eens af, wat
Nederland gedaan heeft om in den diep treurigen toestand van den honge
renden Javaan verbetering te brengen. Zelfs na het koninklijk voor
beeld door Nederlands Vorstinnen gegeven, bleef het resultaat van alle
pogingen van Javanenvrienden om hulp te verkrijgen gering, uiterst
gering.
Ook als de schrijver voortgaat: „Zelfs eene Willemsorde in Neder
land gedragen, trekt de bijzondere aandacht der landgenooten niet, ten
„minste niet meer dan het kruis van elke andere Nederlandsche orde,
„want men beseft niet, dat, hoe schoon de andere orden ook zijn, de Mili
taire Willemsorde de schoonste is enz", maakt hij zich m. i. aan over
drijving schuldig.
Denk niet lezer, dat het in mijne bedoeling ligt de waarde der Militaire
Willemsorde te verkleinen, niets is minder waar; maar juist om die reden
acht ik het gewenscht in het orgaan van ons leger een woord van protest
"te laten hooren, waar overdreven voorstellingen aanleiding zouden kunnen
geven tot critiek van niet- militaire zijde, welke, als juist erkend, de waarde
van het in het oog van den militair terecht zoo hoog staand en zoo dier
baar kleinood slechts zou verkleinen.
Een ieder onzer weet, dat, hoezeer het ook in de bedoeling der statuten
ligt „invloed en gunst" bij de toekenning der Mil. W. Orde geheel buiten
te sluiten, toch niet elke toegekende decoratie dezelfde waarde bezit. De
toepassing dier statuten geschiedt door menschen en menschen zijn feilbaar.
Bij de behandeling der voordrachten voor M. W. Ordes worden dus wille
keurige én onwillekeurige fouten begaan evenals bij voordrachten voor
andere onderscheidingen. Wie onzer kent geen collega's, die buitengewone
veine hadden, toen zij het feit bedreven, waarvoor zij geridderd werden
wie onzer weet geen namen te noemen van officiereu en minderen, die
zich te velde steeds onderscheidden, wie een ieder onzer met genoegen en
vertrouwen het eeremetaal op de borst had willen zien hechten, maar die
toch niet de gelegenheid hadden een zoodanig feit te verrichten, dat de
vurig verlangde decoratie hun te beurt viel; "wie onzer is onbekend met
het feit, dat de een spoedig een reclame indient, terwijl de ander daar
nimmer toe besluiten zal; wie eindelijk weet niet, dat bij verschillende
expeditiën en in verschillende tijden niet altijd de zelfde maatstaf van
beoordeeling werd aangelegd.
Nadrukkelijk wenschen wij op den voorgrond te stellen, dat een Mil.
W. Orde niet zonder militaire verdiensten verworven kan worden en dat