664 van eene in Sambas opgerichte zoogenaamde landschapskas is toevertrouwd aan eene commissie van beheer, voorgezeten door den assistent-resident en samengesteld uit Europeesche en inlandsche ambtelijke en niet-ambte- lijke personen. Gevraagd werd, of de Europeesche leden dezer commis sie Nederlanders zijn. Geklaagd werd, dat in de Memorie van Toelichting bij de motiveering van omtrent verschillende onderwerpen gedane voorstellen niet zelden ontbreekt de vermelding der onderafdeelingen waarin voor die voorstellen posten zijn uitgetrokken Ter vergemakkelijking van het onderzoek der begrooting verzochten sommige leden, dat voortaan in de Memorie van Toe lichting overal worden vermeld de onderafdeelingen, waarop de motivee ring van in de begrooting voorkomende voorstellen betrekking heeft. Uitgaven in Indië. Ilde Afdeeling. Onderafdeeling 17. Eenige leden kwamen wederom op tegen het gebrui ken van dwangarbeiders bij militaire expeditiën. Naar aanleiding hiervan werd door anderen herinnerd aan de oprichting van een militairen trans porttrein, welke tot geleidelijke beperking van het gebruik van dwangarbei ders zal leiden, en gewezen op het feit, dat thans voor de verdere oprichting van den transporttrein 100.000 is aangevraagd (zie het medegedeelde op bladz. 21 der Memorie van Toelichting). lilde Afdeeling. Onderafdeeling 31. Opnieuw werd, met het oog op de hooge uitgaven, aan gedrongen op vermindering van de pensioenen van hoogere ambtenaren en of ficieren. Aanbevolen werd het maximum van het pensioen op/4000 te stellen. Anderen verwezen hiertegenover naar hetgeen herhaaldelijk door de Re geering ten aanzien van dit punt is aangevoerd. Opgemerkt werd, dat, naar de berekeningen van professor van Geer, de oorzaak van de voortdurende stijging der uitgaven niet gelegen is in de hooge maxima. Tegen het voorstel om ten behoeve van gewezen Indische landsdienaren, die geen recht op pensioen hebben, eene nieuwe categorie van tot weder- opzeggens toe te verleenen onderstanden in te voeren, bestond bij sommige leden bezwaar. Zij achtten het, vooral in de tegenwoordige omstandigheden, uit een financieel oogpunt ongeraden om, omdanks de stijging der uitgaven voor pensioenen, aan personen die op pensioeD geen recht hebben, onderstand te gaan verleenen. Voorts werd aangevoerd, dat, waar tegen de bestaande regeling der pensioenen, om de groote kosten, bezwaren van beteekenis wor den ingebracht, het geene aanbeveling verdient eene nieuwe categorie van onderstanden in te voeren, welke die regeling zal bevestigen. Sommigen

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 694