665
vreesden ook, dat het gehalte der Indische landsdienaren zal achteruitgaan
door het uitzicht onderstand te verkrijgen bij niet-eervol ontslag. Ook
kan de maatregel willekeurige verwijdering uit den dienst van lands
dienaren, die nog geen recht op pensioen hebben, in de hand werken,
terwijl het zonderling werd geacht, dat niet-eervol ontslagenen en eervol,
maar niet op verzoek ontslagenen, voor dezen onderstand gelijkgesteld
schijnen te zullen worden. Eenige leden hadden in het bijzonder bezwaar
tegen het voornemen om aan de regeling; terugwerkende kracht te geven,
zoodat het tijdstip van ingang van den onderstand voor vroeger ontsla
genen, gesteld kan worden op ten hoogste vijf jaren vóór het in werking
treden der regeling. Men hoopte, dat de Minister niet met het voorstel
zijns voorgangers zou medegaan.
Anderen konden zich met het betoog der Memorie van Toelichting
vereenigen. Aangevoerd werd, dat in eene groote kolonie, waar de con
trole der publieke opinie uit den aard der zaak minder scherp is dan in
het moederland, bij het ontslaan van landsdienaren onbillijkheden of hard
heden kunnen voorkomen, waarin men niet op betere dan op de voorgestelde
wijze kan voorzien.
IYde Afdeeling.
O ader af deeling 38. Eenige leden betreurden de stijging der uitgaven voor
de bestuursvestiging in Zuid-Nieuw-Guinea. Gevraagd werd, hoeveel thans
in het geheel, op verschillende onderafdeelingen, voor deze vestiging is uit
getrokken. Men vond overigens, dat de vestiging te veel had van een
militair station.
De juistheid van de laatste opmerking werd door anderen betwist. Dat
op Nieuw-Guinea niet naar militair vertoon is gestreefd, is bewezen bij
de vestigingen op Noord- en West-Nieuw-Guinea, waar geen militairen
zijn. Op de Zuidkust was echter aan militairen behoefte wegens de ge
aardheid harer bevolking, maar daarom is er nog geen reden van een
militair station te spreken. Herinnerd werd, dat blijkens het vermelde
op bladz. 88 van het Koloniaal Verslag in April jl. te Merauke in een
groot en goed ingericht gebouw door eene Australische firma een goed
voorziene toko is geopend.
Onderaf deeling 39. Met teleurstelling hadden sommige leden gezien,
dat bij gelegenheid van den jongsten verjaardag der Koningin geen enkele
ridderorde aan hooge inlandsche ambtenaren is verleend. Men wenschte,
dat de inlandsche dienaren van het gezag, waaronder er zijn die jarenlang
belangrijke diensten hebben bewezen, ten aanzien van het verleenen van
ridderorden op gelijken voet zouden behandeld worden als andere verdien-