668 gebruik schijnt gemaakt te zijn voor twee sectiën. Gevraagd werd, of het wel wen schel ijk is gelden aan te vragen, alvorens definitief over de inrichting van het materieel is beslist en welk bedrag met de geheele verwapening gemoeid zal zijn. In verband met hetgeen op bladz. 104 en 105 van het Koloniaal Verslag gezegd wordt over het rookzwakke buskruit, zou men gaarne vernemen of naar het oordeel van den Minister van het gebruik van dat kruit, speciaal voor geschut, geene teleurstellingen staan te vreezen. Gevraagd werd, hoe het staat met de plannen tot oprichting van een pensioenfonds voor weduwen en weezen van militairen beneden den rang van officier en welk resultaat heeft opgeleverd het overleg met de In dische Regeering omtrent de opleiding van inlanders uit voorname ge slachten tot officier bij het Indische leger. Door sommige leden werd nader aangedrongen op maatregelen tot af schaffing van het concubinaat in de kazernes en op bevordering van het sluiten van huwelijken door militairen. Gaarne zou men hieromtrent het gevoelen van den Minister leeren kennen. Anderen hadden tegen deze wenschen bezwaar op de gronden, vermeld op bldz. 39/40 van de Memorie van Antwoord betreffende de begrooting voor 1899. Wederom kwam ook het drankmisbruik in het leger ter sprake. Enkelen wenschten ter beteugeling daarvan de volgende maatregelen genomen zien: 1°. geheele afschaffing van alkoholverstrekking van landswege, dus ook verbod van verstrekking van wijn of jenever om niet aan boord van schepen die troepen vervoeren; 2°. strenge handhaving der bepalingen be treffende het bezoek van verboden drankhuizen; 3°. overneming der cantines met lasten en baten door den Staat; inrichting vau cantines voor Euro- peesche korporaals en soldaten, voor inlandsche korporaals en soldaten en voor Europeesche en inlandsche onderofficieren, met de noodige ont spanningslokalen als: bibliotheek, leeszaal, speelzaal, kegelbaan enz. Andere leden bepaalden zich tot den wensch, dat de verkoop van sterken drank in de cantines zou worden verboden, met welk denkbeeld de Minister zich in zijne rede van 27 November jl. heeft vereenigd, en dat krachtige steun zou worden verleend aan de militaire tehuizen. Enkelen verlang den dat voor de soldaten theorie gehouden zou worden omtrent de geva ren van het misbruik van sterken drank. Op bladz. 21/22 van de Memorie van Antwoord betreffende de loopende begrooting werd erkend, dat in de militaire strafgevangenis te Tjimahi nog steeds vrouwen worden toegelaten, 's Ministers ambtsvoorganger verklaarde vooralsnog tegen het eenstemmig advies van de geraadpleegde adviseurs niet tot een stellig verbod te durven overgaan. Gaarne zou men vernemen, hoe de tegenwoordige Minister hierover denkt.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 698