669 Gevraagd werd, of voldoende maatregelen genomen zijn om de inrich ting van de forten in Indië geheim te houden voor vreemden. Onderaf deeling 96. Op bladz. 50 van de Memorie van Antwoord betref fende de loopende begrooting wordt vermeld, dat de Commissie tot onder zoek van de vraag, of meer centralisatie mogelijk is bij de voor verschil lende takken van dienst te bewerkstelligen opnemingen en metingen, nog geen verslag had uitgebracht. Gevraagd weid, of dit verslag thans is uit gekomen; zoo ja, dan zou men daarmede gaarne in kennis gesteld worden. Naar men meende te weten, moet de chef van den topographischen dienst, die den rang van luitenant-kolonel heeft, zijne betrekking verlaten, als hij tot hoogeren rang bevorderd wordt. Is het niet wenschelijk den chef ook in hoogeren rang als zoodanig te handhaven of vervulling van deze speciale betrekking ook door een gepensionneerd officier mogelijk te maken? Onderafdeeling 108. Sommige leden konden zich niet vereenigen met het voorstel om op Poelo-Wé kustbatterijen op te richten. Eenigen meenden, dat ten onrechte in de Memorie van Toelichting gesproken wordt van het handhaven van den eisch der neutraliteit. Naar het volkenrecht kan, meenden zij, Nederland niet verplicht worden elke haven die een kolendepot is of gunstig gelegen is voor het wereldverkeer, te verdedigen. Verdediging van alle havens zou onze financieele krachten te boven gaan. Naar aanleiding hiervan werd door anderen aangevoerd, dat ons belang meebrengt deze haven en waarschijnlijk ook de Emma-haven, waar groote voorraden kolen opgestapeld liggen en waarvan het bezit ook uit anderen hoofde aan eene oorlogvoerende Mogendheid groote voordeelen zou aan bieden, te wapenen tegen een onverhoedschen aanval, vooral om te voor komen, dat de neutraliteit van ons gebied geschonden worde. Het aantal havens dat beschermd behoort te worden, is naar de meening dezer leden niet groot. Voor de verdediging van Poelo-Wé zal een betrekkelijk ge ring bedrag voldoende zijn en cok voorde verdediging van andere havens zouden naar hunne schatting geen zeer groote uitgaven vereischt worden. Anderen hadden tegen het voorstel bezwaar uit een financieel oogpunt, ook omdat zij weinig vertrouwen stelden in de verklaring, dat de batte rijen bewapend kunnen worden met geschut, afkomstig van verouderde schepen van het auxiliair eskader. Dergelijke verzekering werd vroeger ook gegeven ten aanzien van de batterijen te Soerabaja, maar toen tot den aanleg besloten was, .werd ook nog een voorstel gedaan tot aanschaf fing van nieuw geschut. Eenige leden hadden uit hetgeen gezegd is op bladz. 22, 4den regel

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 699