51 te worden met paarden en manschappen van andere batterijen, zoodat, daar de geoefendheid van het leger ermee gebaat wordt, eene vereeniging der batterijen minstens tot tweetallen in de gewichtigste garnizoenen zou belmoren plaats te hebben. Deze divisiën (overal elders heet dit verband: „afdeeling) ieder onder een hoofdofficier. Het geheel onder een Commandant dei- bereden artillerie, die niet tevens divisie- en bovendien Plaatselijk Commandant zijn mag. Gelukkig zien we dit goede beginsel reeds toegepast (zou 't waar zijn, dat de artillerie deze hervorming tegenwerkte?) te Batavia, waar eindelijk de uit een veld- en een bergbaterij be staande divisie (afdeeling) herschapen werd in een deugdelijke van twee veld batterij en. Zoo behoorden echter ook de beide andere veldbaterijen 1) en evenzoo de bergbatterijen vereenigd te worden in de grootere garnizoenen (Tjimahi, Magelang, Malang). En wanneer dan een voorgeschreven aantal malen 'sjaarsin die garnizoenen gecombineerde oefeningen gehouden moesten worden, en op vastgestelde tijden ieder jaar manoeuvres werden gelast tusschen de troepen der groote garnizoenen, geleid door de hoogste offcieren, dan geloof ik, dat het Indische leger een graad van geoefendheid bereiken zou, dien de Europeesche legers het benijden zouden, en waarvan het moeilijk te beperken, abnor maal groot getal mutaties onder ons artillerie-officierspersoneel wel eenigszins natuurlijk, maar toch niet in zoo hevige mate schaden zal. H. F. 1) In de veronderstelling, dat we bij eene reorganisatie eindelijk eens een depót-batterij krijgen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 69