676 lieden die niet meer voor eigen rekening den grond bearbeiden, maar in dienst van anderen voor dagloon. En dat loon wordt steeds schaarscheren steeds minder wordt de vraag naar arbeid, door de crisis die alle takken der Europeesche industrie teistert. Zoowel de cultuur van suiker als van koffie, van tabak als van indigo, heeft moeite om zich staande te houden; de mijnbouw be looft weinig voor de toekomst, en zelfs het hout der bosschen vindt geen loonenden afzet meer. Door de mindere productie van koffie en lagere prijzen der suiker, enz., is het jaarlijksche inkomen der Javanen met millioenen verminderd, en stijgen hunne nooden. De massa der inboorlingen op Java is dan ook zóó arm geworden, dat onvoldoende voeding hen voorbeschikt voor epidemieën; dat een en kele misoogst diepe ellende ten gevolge heeft; dat de voortdurende schaarschte dreigt in hongersnood te ontaarden; en dat de Britsche „famines" hun intrede in het eenmaal zoo rijke en vruchtbare Java hebben ge laan. En intussehen gaat de aderlating voort van dit bloedarme volk, dat zoo bitter moet boeten voor Neerlands wanbeheer. Millioenen na mil lioenen gaan het land uit, als dividenden van kapitalistische onderne mingen; als pensioenen en traktementen van Europeesche ambtenaren; als winsten voor de Nederlandscho leveranciers der Regeering; als voor- deelen getrokken van de pelgrims naar Mekka; als woekerrenten van Chineezen en Arabieren. Gebrek aan kapitaal belet de ontwikkeling der inlandsche industrie; en rusteloos gaat die drainage der levenssappen voort, terwijl de Regeering met gekruiste armen dat arme Java ziet doodbloeden. De sociale verhoudingen zijn er dan ook door en door ongezondde oeco- nomische toestanden verslechteren voortdurend en het verarmingsproces van Java gaat voort in steeds versnellend tempo. Nu of nooit moet met vaste hand worden ingegrepen Een hervormer is noodig, geen administrateur. Een man met krachtigen wil, die durft ingrijpen, die den moed heeft te breken met den ouden sleur, het absenteïsme weet te knotten; den bodem vruchtbaarheid, den kinderen van het land welvaart weet te verschaffen. Een man vol rechtsgevoel en humaniteit, die de wetten van eer en eerlijkheid even bindend acht voor Re- geeriugen als voor individuen, en die rondweg begaan onrecht durft erkennen. De uitkomsten immers hebben bewezen dat er iets hapert aan ons kolo niaal beheer; dat een administratie niet kan deugen, waardoor duizen den gebrek lijden te midden van vruchtbare landouwen en bij overvloed van voedsel, dat zij echter niet kunnen koopen wegens geldgebrek. Een Regeeringsstelsel dat zulke gevolgen heefr, moet een grondige wijzi ging ondergaan, of wij kunnen niet te spoedig een kolonie verlaten, waarvan door onze schuld, de bodem voortdurend verarmt, en waar honger en ellende het lot zijn van steeds grooter massa's inboorlingen.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 706