DE STRIJD TUSSCHEN KANON EN PANTSER.
Ofschoon nu en dan de aandacht gevestigd is op den voor
uitgang, die plaats heeft gehad in de vervaardiging van geschut
en pantser, is het twijfelachtig of, buiten een betrekkelijk klei
nen kring van deskundigen, men ook maar eenigszins beseft,,
welk een algeheele ommekeer in het laatste tiental jaren heeft
plaats gegrepen met de vervaardiging voornamelijk van pantser.
We zullen de geschiedenis hiervan nu eenigszins in het kort
nagaan. Yan 1880 tot 1890 waren twee soorten van pantsers
in gebruik, namelijk het stalen en het compound pantser; eerst
genoemde pantsering werd voornamelijk toegepast op de En-
gelsche oorlogsschepen, terwijl men op het vasteland meer gebruik
maakte van het compound pantser, bestaande bijvoorbeeld voor
de halve dikte uit ijzer, en voor de andere helft uit staal; voor
de Fransche schepen intusschen bezigde men beide soorten, en
werden de destijds gebouwd wordende schepen, zonder bepaal
den regel, van stalen of compound pantsers voorzien. Welke
soort men gebruikte, kwam ook eigenlijk op hetzelfde neer,
want voor eenzelfde gewicht gaven zij ongeveer dezelfde bescher
ming. Toen het gebruik van compound pantser omstreeks het
jaar 1880 in zwang kwam, werden de pantsergranaten, dat
wil zeggen de granaten, bestemd om het pantser te doorboren,
van gegoten ijzer met geharden kop vervaardigd. De betrek
kelijk harde stalen oppervlakte van de compound plaat had een
zoodanig weerstandsvermogen, dat de koppen der projectielen
verpletterd werden, en niet diep in de plaat drongen, tenzij
de levende kracht en het doorboringsvermogen van het pro
jectiel zeer groot waren ten opzichte van het weerstandsver
mogen der plaat; was zulks bet geval, dan werd het projectiel
verpletterd en sloeg dit een gat in de plaat, dat wil zeggen,
de stukken van het projectiel werden achter de plaat gevonden.
De zaak bleef op dezelfde hoogte, totdat in 1886 chroomstalen