681 zwaard trekt, dan tot bescherming van zijne eigene stoffelijke belangen. moet men tot de overtuiging komen, dat kleine Mogendheden, die koloniën bezitten, zich op plotselinge overvallen moeten voorbereiden. Gelukkig is bij ons Gouvernement die overtuiging levendig en is men reeds onder het bestuur van Minister Cremer begonnen met de voorberei ding tot eene energieke verdediging van Java. De maatregelen die genomen zijn, vooral sedert het optreden van den Gouverneur-generaal Rooseboom, moeten naar de meening van ondergetee- kende, zeer doelmatig genoemd worden. Er is en wordt logisch en met kracht gewerkt aan een eenmaal vastgesteld plan van verdediging; de gelden die op de begrootiog van 1903 voor de verdere uitvoering van dit plan worden aangevraagd, zullen voorzeker dienstbaar zijn aan het be lang des lands. Intusschen heeft men bij alles wat geschied is hoofdzakelijk op het oog gehad het materieel voor de verdediging, terwijl aan het personeel inde tweede plaats aandacht geschonken is. Het is voor het personeel, dat ondergeteekende thans meer bepaald de aandacht zou willen vragen. Wat het personeel betreft, moet zeker aan hooge eischen voldaan worden, omdat de kolonie zóó verre van het moederland verwijderd is, dat eene groote Mogendheid met hare scheepsmacht den aanvoer van reserve-troepen zal kun nen verhinderen Wij moeten ginds te allen tijde kunnen beschikken over een physiek krach tig leger en daarbij over eene talrijke reserve. Ondergeteekende vreest dat de physieke kracht (om het zacht uit te druk ken) nog te wenschen overlaat èn ten gevolge van misbruik van sterken drank èn ten gevolge van sexueele uitspattiugen. Daarom heeft onderge- geteekende van het eerste oogenblik, dat hem een mandaat als volksver tegenwoordiger werd verleend, het Gouvernement dringend verzocht de middelen te willen aanwenden om een gezond en physiek krachtig leger te verkrijgen Die middelen bestaan in de uiterste inperking van het gebruik van ster ken drank onder militaire controle; in het streng vervolgen van hen, die de militairen met sterken dranken vergiftigen; in het uitbreiden van de vrijheid tot huwen voor onderofficieren en ook voor militairen zonder graad. Eene hoogere uitgave van geld voor het leger, voortvloeiend uit de uit breiding van de vergunning tot huwen, zal ruimschoots de intrinsieke kracht der strijders verhoogen en derhalve bij een krijg tegen een buitenlandscheu aanvaller rijke renten afwerpen; immers het aantal invaliden door eigen schuld zal dan tot een gering minimum herleid worden. De getalsterkte van het leger, zooals die is volgens de thans geldende formatie, beschouwt ondergeteekende als een minimum. Eenige uitbreiding

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 711