60 —„Ik denk zóó en ik denk zus. En zóó kan bereikt worden -en zus op deze manier verbeterd. Zelfs zijn voor beide niet zoo héél veel inspanning, doch alleen krachtige wil met een •scherp belijnd plan noodig. Dan trekken de gezichten mijner vragers diepe plooien; dan wil men wel goedaardig glimlachend de juistheid mijner denk beelden hulde brengenvooral hulde om het idealisme, dat er doorheen glinstertmaar mede aanpakken, ook een schouder onder den last zetten, dank u. „Ge zijt te radicaal, mijn vriend!" is bijna altoos het slotwoord. Radicaal wil hier niemand ik zal niet zeggen zijnmaar toch zeker niet- heeten. Zoo kan ik dan mijn denkbeelden weer op rollen en wachten op beter (lees: stormachtiger) tijden. Maar bij de militairen dan? Amice, als ge eens wist, welke typen ge ontmoet, wanneer het signaal „afdanking" (vroeger zeiden wij: „afslag", toen de trom nog meer in eere was) voor u geblazen heeft en ge onbevange- ner rondkijkt, dan toen ge nog in het gelid stondt; en men ook onbevangener tegen u, den afgedankte, durft sprekenDaar hebt ge het type, dat zich boos, bepaald nijdig doet kennen, omdat voor hen het signaal „afdanking" naar hun zin te vroeg geblazen is. Die lamme hoornblazerWant zij hadden toch zoo accuraat gediend; zoo zoet gehoorzaamden bij de inspectie was de Chef zoo te vreden geweest! Zij hadden zoo netjes alle stokpaardjes van den Chef bereden!.... Of die anderen, die tevreden zijn met den behaalden rang en adspireeren naar een titulaire verhoo ging Lieden, die zich zooveel jaren na hun pensionneering nog inwendig verkneuteren in de breedsprakige opsomming van aller lei in hun loopbaan doorleefde of uitgevonden beuzelarijen en stomp zinnigheden. Die nog prat zijn op de door hen behaalde, in den regel negatief gunstige beoordeelingen in de conduitelijst, die opgeklom men zijn in charge tot eigen en anderer verbazinghoogstwaar schijnlijk meer, omdat de omstandigheden geen vat op hen gaven, dan wel door talenten die Onmiddellijk weder voor de oefening- zouden willen aantredeneen oefening, die hun immers noch inspanning, noch hoofdbrekens, noch studie kostte; hoogstens wat zelfverschuiling en zelfvernedering. Het zijn deze typen, die zoo gij ze na hun afdanking in de

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 78