61 ■burgermaatschappij ziet los loopen u onwillekeurig de vraag op de lippen brengen: „Was dat eens een Chef?" Die mij tel kens het beeld te binnen brengen, dat ik in mijn carrière ge bruikte: Stel u het leger voor als een in-gang gebracht me chanisme, een groot gecompliceerd raderwerk, met een lange drijfas. Nu en dan eischt het mechanisme herziening. Men ontkoppelt eenige stangen en schuift er de tandraderen af om de laatste te vervangen. Dan blijkt het, dat die afgeschoven tandraderen geen tanden hebben! Dat ze al lang zijn afgesleten! Bij sommigen, dat zij nooit tanden hebben gehadMaar de ma chine draait! Wat wilt ge van dergelijke medewerking verwachten tot verbetering van misstanden? Hun soort heeft er belang bijdat de machine draaitofschoon ettelijke raderen tandeloos zijn. Blijft nog een andere categorie, stillen in den lande, ondanks de beweging, waarvan zij indertijd in het leger de voortbrengers waren. Lieden, naar wie wij met achting hebben opgekeken en die wij ons in meerdere of mindere mate ten voorbeeld stelden. Die wij in den geest reeds op de hoogere sporten van de hiërar chieke ladder hadden geplaatst; die met moeite hun ontroering terugdringen als „het militaire" ter sprake komt. Maar die zelf den hoornblazer gewenkt hebben„afdanking", moedeloos en afgemat, als zij waren van een oefening, die geen radicale oefe ning bleek te zijn. Ook op dezen valt niet meer te rekenen. (Plaats s. v. p. mij zelf niet onder een dezer categorieënvan mij is hier de rede niet.) Maar de nog dienenden dan? Waar ik mijn tabernakel heb opgeslagen, kom ik hoogst zelden collega's-verlofgangers tegenwél Nederlandsche officieren. Maar en ik hoop, dat zij mij die goed bedoelde uitlating zullen ver geven het is „a pity to see", hoe strijdensmoe, hoe moede loos, hoe gedrukt zij zijn. Althans het meerendeel van die man nen, van wie de staat, de Maatschappij, kracht, opwekking, be geestering verlangen, volharding en wil. Het ergst komt dat natuurlijk uit bij hen, die al naar „afdanking" neigen, dan wel de gestadige vrees met zich omdragen dat beslissend signaal ontijdig en onverwacht te zullen hooren blazen. Denk nu met mij aan den ernst der tijden. Sluit nu eens

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 79