63
gemis van alle mogelijke zelfstandigheiddat men schijnt te willen
vergoeden door eene uiterst groote vindingrijkheid in het bezig
houden met alle denkbare beuzelarijen. Wel wordt er van hooger
hand veel geschreven over het bevorderen van zelfstandigheidover
het ontwikkelen van het initiatiefdoch wij kunnen gerust beweren
dat sedert den tijddat de inktsluizen in deze materie geopend wer
den de zelfstandigheid juist meer en meer is onderdruktterwijl
het niet tot de ongewone verschijnselen behoortdat daarwaar
reglement of voorschrift eenige zelfstandigheid gedoogenenkele
chefs het noodig achten dit greintje zelfstandigheid door beper
kende, soms zelfs tegenstrijdigebepalingen te niet te doen
Dat allerwege ingrijpenbedistelen en bedillen is nu wel niet
bevorderlijk voor de aankweeking van zelfstandigheiddatniet,
doch men doet het, naar wij geloovenook alleen met het doel om
de geestige Fliegende-Bldtterlegende van het kool- en knollenland in
ieders herinnering te doen voortleven. Doch zeker is het: de G. C"n.
genieten volle vrijheid en zelfstandigheid voor de opleiding hun
ner 20 a 30 man sterke lichting, zij moeten alleen maar een pro
gram van oefening indienendat de Bat. Gt. met hen bespreekt.
Bij zulk een bespreking hoort men dan dikwerf: Ja, mijnheer, u
zijt geheel zelfstandig, dat weet ik, maar toch zou ik gaarne zien
dat u dit zus en dat zoo deedt." Soms wordt zelfs het systeem
der opleiding gewijzigd. En zoo gaat het met alles. Zelfstan
digheid ivordt niet geëerbiedigd of aangekweekten er wordt slechts
over geschreven. En wat wil men nu in oorlogstijd verwachten
van mannenvergrijsd in den dienst, gewend aan het nooit zelf
standig zijn, zich altijd in alles afhankelijk gevoelend, vragend en
gissend naar de meening of de bedoeling hunner chefs.
Kan men van hen in tijden van gevaar een krachtdadig en ener
giek optreden verwachtenZal men dan, wanneer alles op het
karakter der bevelvoerders aankomt, niet gestraft worden voor het
in vredestijd steeds misdadig verkrachten en vernielen dier karakters
Dikwerf ziet men het gemis aan gezond initiatief en ivare zelf
standigheid zich uiten in een totaal ongepast en willekeurig ver
krachten van reglementen en voorschriften. Ieder wil gaarne ko
ninkje spelen, wil trots dezen verlammenden centralisatiegeest toch
ook eens iets te beweren hebben en met groote flinkheid, met het
noodige poids ivordt dan verkondigd„Ja, dat staat nu wel in ons