VOOR DE PRACTIJK. A. O. No. 32 van 1902. Zou naar aanleiding van de A. O. No. 32 van 1902 aan de onder officieren ook geen voorschot kunnen worden verleend, tot aanschaffing van enkele in die order genoemde onmisbare zaken? Zoo zou bijv. aan het Europeesch kader 15 kunnen worden ver strekt als voorschot tot aankoop van een nikkelen horloge f 12) en een zakkompas f 3), terwijl de inlandsche onderofficieren zou den kunnen volstaan met 12 tot aanschaffing van een horloge als bovenbedoeld. Dit voorschot kan als gewone schuld in de controle van den man worden geboekt en op de gebruikelijke wijze worden afbetaald. Bij overgang zou op het duplicaat E. A. B. kunnen worden aangeteekend „voorschot uitrusting genoten." N. Distinctief witte attila Hoofd- en Opper officier en. Men is het er over eens, dat op de witte attila van de Hoofd- en opperofficieren, de sterren op de mouwen geen in het oog loopend distinc tief zijn. Wanneer echter ook nog door die officieren de gouden schouderbe dekking werd gedragen, (op dezelfde wijze bevestigd als de vervallen breede schouderbedekking op de tenuejas) dan had men een zéér in het oogvallend distinctief. N. Schietvoorschrift Infanterie. Wanneer meerdere banen op één schietterrein aanwezig zijn, dan gebeurt het meermalen, dat na het afgaan van een schot op één der banen, de getroffen schijf niet wordt ingehaald (gedraaid). Vooral zal dit plaats hebben, als op één der nevenbanen „snelvuur" wordt afgegeven, dan wel op meerdere banen op hetzelfde oogenblik een schot valt. Bij enkele bataljons en detachementen is hierin reeds voor zien door het afspreken van een teeken, aanduidende „haal (draai) de schijf naar binnen".

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 88