80 Vereeniging, wordt door den hoofdcorrespondent voor Nederlandsch Indië medegedeeld, dat in het volgend werkjaar [1902 1903] als onderwerpen zullen worden behandeld: 1. Herziening van de Vestingwet, urgent of niet? door den kapitein van den Generalen staf W. F. Pop. 2. De bestemming van de Nederlandsche landweer in oorlogstijd. Op welke wijze moet zij in vredestijd worden georganiseerd, bewapend, uit gerust en geoefend om aan hare bestemming te voldoen; door den kapi tein van den Generalen staf M. C. van der Hoog. 3. De landstorm. Haar organisatie en gebruik; door den Kapitein der Intanterie M. A. E. J. Meyloom. 4. De beteekenis der Artillerie van het Ned. Ind. Leger; door den kapitein der Artillerie van het Ind. Leger P. J. C. C. Kern. 5. Samenwerking tussehen Marine en Landmacht, zoowel in vredes- als in oorlogstijd; door den Gepensionneerden Vice Admiraal N. MacLeod. 6. De moreele invloeden op het gevechtsveld; door den Gepensionneerden Luitenant-Kolonel van het Ind. Leger Jhr. G. J. W. H. Graafland. De behandeling dezer onderwerpen zal zoo mogelijk te voren in het orgaan der Vereeniging worden voorbereid waarna bespreking in eene algemeene vergadering zal volgen. WeltevredenJuni 1902. De Hoofdcorrespondent voor N. I. G. H. Vrijdag.

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 98