EEN VERGELIJKENDE REGLEMENTENSTUDIE GETOETST AAN DE PRACTIJK. Vervolg van bh. 33. Pelotonsschool te paard. De inleiding van dit reglement beschrijft in 1 de indeeling en opstelling van het peloton in orde van linie, zij is echter onvolledig, daar de plaats van den opsluitend wachtmeester niet nauwkeurig is aangegeven; van dezen onderofficier wordt alleen gezegd, dat hij achter het middenrot zit, zonder den afstand tot het 2de gelid aan te geven. Eerst uit 16 is deze afstand af te leiden; 8 geeft aan: De pelotons-Ct. duidt het middenrot of rot van richting aan. Daar echter 1 precies het middenrot aan geeft, is een nader aanduiden hiervan door den pelotons-Ct., even als de geheele 8, overbodig. 10 bepaalt, dat het onderwijs in de behandeling van de wapens afwisselend met de bewegingen der pelotonsschool wor den voortgezet en voegt hierbij „hiertoe kan men zoowel stil staande als in beweging zijnde van de colonne met éénen ge bruik maken". Deze laatste alinea is geheel overbodig, omdat er nog tal van andere manieren zijn, n. 1. om eenige voorbeel den te noemen colonne met tweeën en vieren met tusschenruimte en afstanden. in linie met tusschenruimten, colonne met achten met afstanden en tusschenruimten enz. enz., alle minstens even bruikbaar als de colonne met éénen. Waarom deze dan ook alleen is aangegeven is niet duidelijk. 11 geeft aan, dat gedurende het onderricht in de 2d6afdee- ling de wachtmeester van het opsluitend gelid zich op de rechter-

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 112