- 184 komt een aanteekening voor, dat een luitenant-kwartiermeester dikwijls door een adjudant-onderofficier-kwartiermeester wordt vervangen, terwijl het officierspaard blijft. In 't belang van de verpleging zou het ook zeker de voorkeur verdienen die onderofficieren bereden te maken, want de dienst van den luitenant en den adjudant-onderofficier-kwartiermeesler is dezelfde en wat de een te paard moet doen kan de ander niet te voet af, maar dan moeten die onderofficieren (die meestal geen paardrijden hebben geleerd) rijlessen hebben en om dezelfde reden als de officieren fourage-indemniteit genieten. X. Onnoodige Schrijverij. In de algemeene order voor het Indisch Leger 1882, No. 11, artikel 6, punt j, is o. m. aangeteekend, dat bij alle rapporten, voorstellen enz. omtrent mindere militairen extracten strafhoek moeten worden overgelegd, indien de aard van het behandelde onderwerp de raadpleging daarvan noodig maakt. Nu behoeft men niet bijzonder op de hoogte te zijn met de inrichting van het Indische leger om uit het bovenstaande de gevolgtrekking te mogen maken, dat per jaar zoo ettelijke honderde extracten uit de straf hoeken moeten worden opgemaakt om aan de gestelde voorwaarden te kunnen voldoen. De z. g. liggers toch kan men in den regel niet missen, omdat in de straf-boeken alleen nog worden ingeschreven de straffen lij het Tcoips opgelegd. Afgescheiden nog van het feit, dat d.e arbeid aan het schrijven dier extracten besteed, zooals ik hieronder nader zal aantoonen, totaal verspild is, geven die stukken ten gevolge van het begaan van kleine onjuistheden bij het overschrijven, dikwijls nog aanleiding tot bemerkingen voor de betrokken chefs, terwijl fraude bij het overschrijven gansch niet is uitgesloten. Daar nu m. i. een hoogst eenvoudig middel bestaat om aan al die schrijverij en voor een deel aan die bemerkingen een einde te maken, komt het mij nuttig voor de aandacht op het volgende te vestigen. Ingevolge de bestaande bepalingen, artikelen 3 en 12 derA. 0.1899, No. 71, wordt thans elke opgelegde straf dadelijk twee maal ingeschre ven en wel eens in het struï-boeIe en eens in den ligger. Wanneer men nu de straï-boelcen laat vervallen en bepaalt dat voor eiken man twee liggers zullen worden aangehouden, welke in twee porte feuilles A. en B. met index worden opgeborgen, dan blijft de arbeid van het dadelijk inschrijven dezelfde als thans, d. w. z. elke straf tweemaal

Tijdschriftenviewer Nederlands Militair Erfgoed

Indisch Militair Tijdschrift | 1902 | | pagina 204