DË INDISCHE KRIJGSKUNDIGE VEREENIGING EN
HAAR EERSTE VERSLAG.
Waar in de laatste tijden vele onzer dagbladen zoo herhaal
delijk hoofdartikelen wijden aan militaire onderwerpen, bevreemdt
en verwondert het ons ten zeerste, dat het in druk verschijnen
van het eerste „Verslag" der Indische Krijgskundige Vereeni-
ging, voor zoover ons bekend, door de Indische pers tot nog toe
geheel onbesproken is gebleven.
En toch, mij dunkt, er bestaan redenen te over eens een oogen-
blik bij het tot stand komen dezer jeugdige vereeniging stil te
staan en van haar eersten arbeid eenige notitie te nemeu, waartoe
wij de gastvrijheid van het Indisch Militair Tijdschrift inroepen.
Zou het dan niet juist gezien zijn van den begaafden inleider,
den kapitein der infanterie H. L. Bense, toen hij in zijn eerste
rede des avonds van den 4den Juli onder meer zeide: „groot zal
„de belangstelling van dat publiek zijn; gretig zullen voor- en
„tegenstanders van deze uiting van wetenschappelijk willen naar
„de verslagen grijpen om daaruit de mate van wetenschappelijk
kunnen te beoordeelen"? Wij hoorden inderdaad, dat zoowel
zij, die de vergadering hadden bijgewoond, als zij, die daartoe om
velerlei rédenen niet in staat waren, met belangstelling naar het
verslag uitkeken om zich van het gesprokene op de hoogte te
stellen' dan wel het aangehoorde nogmaals rustig over te lezen
en te overdenken.
Wetenschappelijk willen en kunnen. Van beide heeft de jonge
vereeniging thans deugdelijke bewijzen gegeven. Van haar wil
len, toen zij als onderwerp voor haar eerste vergadering koos de
„Officiersopleiding in Nederlandseh-Indië", een onderwerp, waar
van de bespreking niet zou behoeven te vallen binnen „het kleine
enge kringetje van militaire wetenschap", waarvan een ieder, die
buiten dat kringetje staat zoo gaarne min of meer smalend spreekt,